Bijlage L.
14
per uur met 1 kraandrijver, 3 man in 't schip en 3 in
de loods, van 13 tot 20 ton in het uur gelost worden.
De kabel, waaraan de grijper hangt en de kettingen,
die deze dichttrekken, vereischen echter veel zorg, daar
ze nog al aan slijtage onderhevig zijn.
De bascule werkte in den beginne niet altijd naar
behooren, doch dit werd door den leverancier steeds
zoo spoedig mogelijk hersteld.
Het lossen der wagentjes in de loods gaat zeer ge
makkelijk. Nog steeds is in onderzoek de beste wijze,
waarop de hoeveelheid kolen bepaald kan worden, die
naar de ovens gaat.
VII. Stoomketels.
De 2 ketels van 80 M5. verw. oppervl. werkten
goed, evenals de oververhitters.
Aangezien de stoom nog al nat is, moet de leve
rancier een stoomdroger aanbrengen op eiken ketel,
zooals bij contract is voorgeschreven.
De ketels worden gestookt met bries, hetgeen uit
stekend voldoet.
VIII. Electrische Inrichting.
De beide stoomwerktuigen en de dynamo's bleken
bij de beproeving volkomen aan de gestelde eischen
te beantwoorden. Eenige kleine bezwaren, die zich
onder het bedrijf nog voordeden, zijn door de leve
ranciers op hunne kosten verholpen, terwijl nog ge
tracht zal worden een beweging van den hoogdruk
cilinder van stoomwerktuig no. 1 zooveel mogelijk te
doen verdwijnen.
Bijlage L.
IS
Opgesteld zijn de volgende motoren:
1 voor de Brouwersche goot 9.2 P.K.
1 breker 5.6
1 elevator 4.5
2 blower (1 reserve) 16.
1 hefmotor losinrichting 21.
1 draaimotor 7.5
Te zamen 63.8 PK.
terwijl op het net ook zijn aangesloten ongeveer 30
gloeilampjes, die echter niet alle voortdurend branden.
De stroom heeft een spanning van 220 Volt.
Voor het bedrijf gedurende den nacht, dat is dus
voor de Brouwersche goot en het lichtwordt de
stroom geleverd door een accumulatorenbatterij van
120 cellen, die een vermogen heeft van 216 Ampère
uren.
Voor het laden dezer batterij is nog een dynamo,
dienende om de spanning te verhoogen.
De stoomwerktuigen worden bij afwisseling gebruikt;
alleen gedurende het kolenlossen loopen beide.
Met het oog op het nieuwe van het bedrijf werd
voorloopig belast met het toezicht op deze inrichting
de heer G. van der Burg alhier.
IX. Sulfaatfabriek.
In de eerst helft van 1906 wordt deze in werking
gesteld.
X. Waterleiding.
Ten behoeve van het benoodigde fabriekswater is op