Bijlage B. 26 verlichting der werkmuren heeft de Commissie hare aan dacht gewijd. In school A (Oudewant) laat de verlichting van sommige lokalen zeer veel te wenschen over. De glazen scheidings wanden zijn tot werkmuren ingericht. De kinderen kijken in het volie licht en schitterlicht. Dit gebrek is gemakkelijk te verbeteren door de glazen wanden minstens 3 Meter boven den vloer met zwarte matverf te bestrijken, zooals in school B/C en D is geschied. In school A is een lokaal, waar het licht van rechts invalt. In school r zijn 3 lokalen, waar het licht van rechts invalt, ook in school G is dit in een der lokalen het geval. In de bijzondere school, Paardenwal, bevinden zich evenals in school A glazen scheidingswanden, die of als werkmuren gebruikt worden, of althans hinderlijk licht doorlaten. Dit gebrek kan ook hier op dezelfde wijze als bij school A wor den verholpen. Hetzelfde valt op te merken omtrent een der lokalen in de R. K. burger- en arme meisjesschool. In deze laatste school zijn twee lokalen, die het licht van rechts ontvangen. In sommige lokalen bestaat de mogelijkheid door eene een voudige omzetting der banken en verwisseling van werkmuur den goeden toestand (invallen van het licht van links) te ver- krijgen. In het belang van de oogen der leerlingen is eene dergelijke verwisseling, waar die eenigszins mogelijk is, zeer aan te bevelen. Waar gordijnen zijn, viel het op, dat daarvoor meer gestreepte- dan effen- zijn gekozen; de laatste verdienen de voorkeur, omdat daardoor minder lichtspeling in de lokalen ontstaat. De kunstverlichting geschiedt algemeen door gaslicht; in Bijlage B. sommige lokalen wordt gasgloeilicht aangetroffenalgemeene toepassing van gasgloeilicht is aan te bevelen. H. Ventilatie geschiedt bij alle scholen door beweegbare (schuif- of klep) ramen. I11 enkele schoollokalen zijn rappelschoorstee- nen of zuigkokers boven het plafond; de meeste dezer venti- latiemiddelen bicken buiten gebruik te zijn of onoordeelkundig gebruikt te worden. Zoo vonden wij kleppen of schuiven vast geroest, koorden gebroken, zomerventilatie-kleppen in gebruik, waar de winterventilatie daartoe was aangewezen. Op stelselmatig ventileeren wordt door het onderwijzend personeel blijkbaar weinig gelet. Ter bevordering van de frischheid in de lokalen is een vrij kwartier tijdens de lesuren zeer aan te bevelen, dan kunnen ramen en deuren eens flink tegen elkaar worden opengezet. I. De temperatuur in de schoollokalen wisselt 's winters en 's zomers van gemiddeld 60 tot gemiddeld 70 graden Fahrenheit. In den zomer wordt bij hooge temperatuur nergens vrijafgegeven. In alle scholen geschiedt de verwarming door kachels. In vele lokalen zijn zij zoodanig geplaatst, dat de pijpen over groote lengte het lokaal doorsnijden en daarna de ventilatie- kokers verwarmen. In school A is in een lokaal de kachel in het midden voor de klasse geplaatst, zoodat de muur als werkwand onbruikbaar is en het bord dan ook links in een hoek is geplaatst vlak bij het raam, zoodat de leerlingen, wanneer op het bord of de kaart gewerkt wordt, steeds in schuine richting tegen het licht in moeten zien. Naar men verzekerde was een andere plaats voor de kachel niet geschikt, omdat het dan rookte, hetgeen toch gemakkelijk zou zijn te verhelpen. 27

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1904 | | pagina 97