Bijlage G. Overeenkomstig het bepaalde in art. 15 van het Konink lijk Besluit van 16 November 1900, (Staatsblad No. 200) werden de gewone vergaderingen geregeld gehouden. Eene kennisgeving van den lieer Arrondissements- Schoolopziener, als bedoeld in 2 van art. 21 der Leerplichtwet, ontving de Commissie zeven en tachtig maal. Even zoovele malen werd de aansprakelijke per soon door de Commissie opgeroepen. Van deze zeven en tachtig verschenen er slechts negentien. De acht en zestigdie niet opgekomen waren, werden op andere wijzen gewezen op hunne verplichtingen en tegen her haling der gepleegde overtreding gewaarschuwd. In den regel werd de belofte ontvangendat beter aan de wet zou worden voldaan. Van de boven bedoelde zeven en tachtig kinderen die zich aan ernstig schoolverzuim hadden schuldig ge maakt, waren zeventig leerlingen der Openbare School I, zeven leerlingen der Openbare School E, drie der Openbare School F, drie der Openbare School G, twee der Christelijke School a/d Paardenwal, één der Roomsch- Katholieke Jongens- en één der Roomsch-Katholieke Meisjesschool. Tegen de ouders van tien dezer leerlingen werd eene gerechtelijke vervolging ingesteld. Negen daarvan wer den tot eene geldboete of gevangenisstraf veroordeeld. Een werd vrijgesproken. Het valt niet te ontkennen, dat het schoolverzuim in den loop van 1903 grooter was dan in de beide daaraan voorafgaande jaren. In den laatsten tijd komt hierin echter verbetering, Bijlage G. 3 dank zij het krachtig optreden van den voor eenige maanden nieuw benoemden Heer Arrondissements-Schooi- opziener. Toch zal liet getrouw schoolbezoek nog veel te wcnschen overlatenzoolang er nog zoovelen door de mazen van het net weten heen te kruipen en zoolang de „berechting" niet spoediger geschiedt. Hierop werd in een vorig rapport reeds gewezen. Op eene zaak dient nog de aandacht te worden ge vestigd. Het gebeurt meermalen, dat kinderen de school verzuimen, zonder dat de ouders daarvan iets weten. Ook zijn de laatste dikwijls onmachtigom zich door hunne kinderen te doen gehoorzamen. Met het oog hierop zou de Commissie het geraden achtendat door den Gemeenteraad besloten werd aan de Politie de bevoegdheid te verleenen, om leerplichtige kinderendie gedurende de schooltijden op straat aan getroffen wordente brengen naar de schoolwaar zij thuis behooren. Namens de Commissie tot wering: van schoolverzuim te Zutphen J. A. SCHUTTE, Secretaris. Zutphen, 22 Februari 1904. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1903 | | pagina 105