Bijlage C. Natuurlijke Historiewegens diens vertrek naar het buitenland, niet verlengd werd. In de plaats van laatst- gemelde werd bij Uw besluit van 14 Juli 1902met ingang van 1 September, uit onze voordracht de Heer P. M. Keer, doctorandus in de Pk.nt- en Dierkunde te Amsterdam, benoemd. Ook de leeraar in de Wiskunde Dt. A. J. Swart, verliet het Gymnasium. Wegens zijne benoeming tot leeraar in de Natuur- en Werktuigkunde aan de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool te Utrecht vroeg hij bij den Raad eervol ontslag aan, dat hem bij besluit Uwer Vergadering van 14 Juli 1902, met ingang van 1 September, werd verleend. Bij Uw besluit van 18 Augustus 1902 is uit onze voordracht tot leeraar in de Wiskunde met insane van i September de Heer D. H. Stam, doctorandus in de Wis- en Natuurkunde te Utrecht, benoemd. Beide benoemingen zijn op ons advies, met het oog op gemis aan practische ervaring bij beide aanbevo- lenen, geschied voor één jaar. Het vertrek zoowel van den Heer Beknei.ot Moens als van den Heer Dr. Swart was voor het Gymnasium een verlies. Beide heeren vervulden hun taak met bekwaamheid en groote opgewektheid, en hadden het oor van hunne klasse bij de behandeling der niet altijd amusante leerstof. Curatoren vertrouwen echter, een vertrouwen dat door de aanvankelijke uitkomsten niet wordt beschaamd, in de Heeren Keer en Stam goede krachten voor het onderwijs te hebben teruggewonnen. De Heer K. O. Mf.INSMA, leeraar in de Nederland- sche taal en Geschiedenis, promoveerde op 20 October Bijlage C. 3 1902 aan de Universiteit te Amsterdam tot doctor in de Nederlandsche letteren cum laude, na verdediging van een hoogst belangrijk proefschrift, sedert in druk verkrijgbaar, getiteld ..Middeleeuwsche Bibliotheken." Aan den leeraar in oude talen Dr. J. HOOIJKAAS, die sedert September 1897 aan het Gymnasium is verbonden, werd door Uwen Raad met ingang van 1 Januari 1903 eene verhooging van jaarwedde groot 200,toegekend. 3. Leerlingen. Bij den aanvang van het jaar evenals bij het einde van den cursus bedroeg het getal leerlingen, waaron Ier vijf vrouwelijke, 45 en één toehoorder. Daarvan onderwierpen de vijf leerlingen der zesde klasse, één uit de vijfde klasse benevens één extraneus, houder van een Diploma Eind-examen H. B. S. zich aan het op 19, 20 en 21 Juni ten overstaan van de hoogleeraren Dr. J. C. Mattiies te AmsterdamDr. J. van Leeuwen te Leiden en Dr. W. Kapteijn te Utrecht als gecommitteerden gehouden eind-examen. Aan vier leerlingen der 6e klasse en wel aan twee voor AJ. Mulder ten Kate en J. R. Meesters; aan twee voor BE. N. de Jonge en P. Tutein Nolthenius benevens aan den extraneus J. P. J. Gewin voor A en B werd het verlangde diploma uit gereikt, terwijl één leerling uit de 6e en de leerling uit de 5e klasse werden afgewezen. Wij merken hier bij op, dat aan den afgewezen leerling uit de 6e klasse de deelname aan het examen op advies der leeraren 2 O O

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1902 | | pagina 78