132 Bijzonderheden vallen daaromtrent niet te vermelden. c. Zutpkensche Telephoon-Maatschippij Aan het verslag dier Maatschappijover 1902, ont- leenen wij het volgende: Het bleek ook in het afgeloopen jaar weder duidelijk hoe de telephoon meer en meer doordringt in het verkeerswezen zoo van den handel als van particulieren en hoe steeds meer gewaardeerd wordt de schoone, tot vóór 20-tal jaren ongelooflijke uitvinding om van uit het woonhuis of kantoor te kunnen spreken met een en geabonneerde in een ver verwijderd perceel, in eene andere gemeente, tot zelfs in een ander land. En hoe in deze gemeente dit verkeersmiddel veld wint moge blijken uit het aantal abonnés dat op 31 December 1902 het cijfer van 237 bereikte op eene bevolking van 18504, derhalve 128 abonnés op de 1000 inwoners, eene verhouding, die in de groote steden van ons land op verre na niet bereikt wordt. Het lage tarief van 35,brengt hier zeker veel toe bij, en er mag daarbij wel opgewezen worden, dat de dienst hier ten allen tijde, nacht en dag, Zon- en werkdag, geopend is, zooals voor een dergelijk communicatie middel dan ook vereischte is. Werd boven het aantal van 237 abonnés genoemd, aangesloten op 31 December /902, dan blijkt eene toeneming van het aantal geabonneerden in het jaar 1902 met 14, daar het op 1 Januari 1902 bedroeg 223. Van die 237 aansluitingen zijn er: waartoe de Maatschappij volgens concessie verplicht is 4 ten behoeve van den dienst 4 met gedeeltelijke vergoeding .3 met geheele 5 met betaling abonnement .221 te zamen .237 Het gemiddeld aantal dagelijksche gesprekken, per maand berekend, was: I11 het geheele jaar 1901 163144 gesprekken en in 1902 173260 alzoo eene belangrijke vermeerdering bij het vorige jaar van 10116 gesprekken (onder deze totalen zijn de intercom munale gesprekken mede begrepen.) Ook de intercommunale gesprekken ondergingen eene belangrijke toeneming, van 10717 in 1901 tot 12083 in 1902. In het College van Commissarissen kwam geene ver andering, daar de Heer Dr. H. F. R. IIUBRECIIT, aan de beurt van aftreding zijnde, werd herkozen en deze benoeming aannam. Het personeel der M'J. onderging geene verandering en bleef bestaan uit 2 vrouwelijke telephonisten voor den dagdienst, ééne vrouwelijke voor den gedeeltelijken Zondagsdienst, cén mannelijke beambte voor den nacht dienst, en één als plaatsvervanger, benevens één vaste monteur-lijnwerker en één helper. Het nam ook dit jaar weder zijne taak met ijver en nauwgezetheid waar. Dat de dienst door boven opgenoemde vermeerdering in aantal abonnés en gesprekken steeds zwaarder wordt 133

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1902 | | pagina 68