De aanbesteding omvatte de navolgende werken:
ie. Het uitdiepen van de Vischpoorthaven en van de
Beek langs den Houtwal (Zuiderliaven) tot aan
de houlwalsluis.
2e. Het uitdiepen van de bestaande voormalige vesting
gracht langs, en het graven van een nienvv haven
kanaal door het Hoornwerk en Helbergen, tot
verbinding der Binnenhaven met de riviermet
het uitdiepen van de monding daarvan tusschen de
Rijkskribben No. 228 en 230 tot aan de rechter-
normaallijn.
3e. Het maken van een kapitalen dam tusschen Visch
poorthaven en Zuiderliaven tot toegang naar het
Hoornwerk.
4°. Het ophoogen van wegen en van verschillende
terreinen langs de haven, het Hoornwerk, op den
Houtwal en op andere plaatsen.
5e. Het opbreken der bestaande basaltglooiing en het
maken van nieuwe glooiingen en oevervoorzieningen
langs de Zuiderhaven.
6°. Het bouwen van een kademuur langs en van een
doorlaatduiker in den dam tusschen de havens.
7°. Het maken van een zwaaiplaats in de Zuider
haven.
8e. Het maken eener kade langs het havenkanaal.
9e. Het wegbreken der aanwezige ophaalbrug, die
nende tot toegang naar het Hoornwerk.
Daar bij openbare besteding het laagst werd inge
schreven voor 52500,terwijl de begrooting ƒ40823,
bedroeg, werd het werk niet gegund, doch na bekomen
machtiging van Ged. Staten bij onderhandsch contract
53
opgedragen aan A. Prins, Theod.zn. te Slicdrccht, voor
48S23,—
Op flinke wijze werd door die firma de uitvoering
begonnen en daaraan zóó krachtig voortgewerkt, dat
primo December het grootste gedeelte der werken was
voltooid; kon bij het maken der Noorderhaven in 1880
het grootste gedeelte daarvan in den droge worden
uilgegraven en per spoor worden vervoerd, bij de
Zuiderhaven is het meerendccl van den te verwerken
grond met baggermachinezuig- en persmachine en
elevator verwerkt en vervoerd naar de verschillende
op te hoogen terreinen.
Ingevolge de overeenkomst met de Tramwegmaat-
schappij werd de berm langs een gedeelte van de Visch
poorthaven opgehoogd ter verkrijging van een verbeterd
tracé voor de tram langs den Martinetsingel naar de
IJsselkade en werd het terrein langs den Houtwal zoo
danig opgehoogd, dat de tramlijn van af de Houtwal-
sluis in rechte richting kon worden gelegd.
Behalve door den beweeglijken zandigen bodem
van de Beek en het Havenkanaal, die bij sterke stroo
ming der Berkel door de Houtwalsluis op verschillende
plaatsen ongelijkmatige uitscheuring en verzanding ver
oorzaakte, werd door den aannemer veel moeilijkheid
ondervonden door aanwezige oude metselwerken in de
Beek en de Zwaaiplaatsoverblijfselen van vroegere
verdedigingswerken, waardoor veel schade aan de bag
germachines werd toegebracht.
De opruiming der metselwerken geschiedde onder
water door duikers en dynamietontploffingen.
Bij de vroeg invallende vorst, primo December, moest