auk Bijlage I. Evenals 't vorige jaar beloofden de meesten beter aan de wet te zullen voldoen. Enkelen maakten er zich met een praatje af en stoorden zich noch aan mondelinge noch aan schriftelijke waarschuwing. Hieronder zijn er, die in geen maanden hun kind (eren) naar school zenden, zoodat de Commissie eene strengere vervolging van dezen ten zeerste noodig acht. Van boven bedoelde 43 leerlingen, die zich aan ernstig schoolverzuim schuldig maakten, behoorde weer verreweg het grootste deel 31 tot school I. Van de ove rige behoorden er 5 tot de Openb. School E, 3(1 twee maal) tot de Openbare School G, i tot de Openbare School D, 1 tot de R. K. Meisjes- en 1 tot de R. K. Jongensschool. Tegen de ouders van 5 leerlingen werd, zooals de Commissie vernam, eene gerechtelijke vervolging inge steld. Drie daarvan werden veroordeeld tot eene geld boete of gevangenisstraf, terwijl twee werden vrijge sproken. Werd er boven reeds op gewezen, dat eene strengere vervolging noodig blijkt, ook in ander opzicht wordt, naar het de Commissie voorkomt, de wet veel te zwak toegepast. Evenals 't vorige jaar toch mag niet onvermeld blij ven, dat het aantal opgeroepenen grooter had moeten zijn dan het geweest is, terwijl ook evenals toen er Bijlage I. 3 veel te veel tijd verloopt tusschen den tijd, waarop het schoolverzuim heeft plaats gehad en dienwaarop de schuldige ouders opgeroepen worden. Komt in een en ander geen verandering, dan vreest de Commissie, dat de wet weldra eene doode letter zal blijken te zijn: het schoolverzuim toch, dat het vorige jaar werkelijk verminderde, wordt nu langzamerhand weer grooter. De woorden: ,.'t Geeft toch niets," die zoo 1111 en dan al eens gehoord wordenbewijzen dit. Namens de Commissie tot wering van schoolverzuim te Zutphen, J. A. SCHUTTE, Secretaris. Zutphen Februari 1903. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1902 | | pagina 125