Bijlage C.
4
Bij de op 3 September 1901 gehouden her-examens
s aag en al de daaraan onderworpen leerlingen.
Op 10 Juli en 2 September werd het toelatingsexa
men gehouden.
De negen aspiranten die zich daarvoor aanmeldden
werden allen, één na her-examen, toegelaten, en wel:
tot de ie klasse 5.
4e 2.
Bij het begin van den nieuwen cursus 19G1/1902
verheten de twee leerlingen die niet waren bevorderd
tot de 2e klasse, de eene leerling die niet was bevor
derd tot de Se klasse, en één der tot de 3e klasse
bevorderden het Gymnasiumdaarentegen werd op 2
September éen toehoorder voor oude talen toegelaten
tot de 6e klasse.
De nieuwe cursus begon dus met een getal van 43
leerlingen en één toehoorder, verdeeld als volgt:
in de ie klasse 5.
n 2e S.
3e n 12, (waaronder 2 meisjes.
Bijlage C.
5
Dit aantal bleef tot het einde des jaars onveranderd.
Het gedrag der leerlingen geeft ons geen aanleiding
tot bijzondere opmerkingen toepassing van art. 23 der
der verordening kwam niet voor.
4. Onderwijs.
De benoeming van den heer Bernelot Moens tot
tijdelijk leeraar in de Natuurlijke Historie aan de
Hoogere Burgerschool te Nijmegen had reeds vóór het
einde van September eene verschikking in den rooster
der lesuren ten gevolge, die zonder schade voor het
onderwijs kon plaats hebben.
Buiten den rooster der lesuren werd door den Rector
voortgegaan met een deel der Woensdagnamiddagen
te besteden voor leerlingen A der zesde klasse aan de
behandeling van Latijnsche schrijvers in verband met
Romeinsche antiquiteiten.
5. Leermiddelen en Gebouw.
Met de aanschaffing van Sciopticonplaten ten dienste
van het onderwijs in de Mythologie werd voortgegaan,
terwijl de laatste afleveringen van Merguet's Lexicon op
Cicero's werken werden aangekocht, zoodat dit werk
hiermede compleet is. Een abonnement werd gesloten
op den Thesaurus linguae latinae, terwijl enkele nieuwe
kaarten werden aangeschaft en de abonnementen op de
gewone tijdschriften werden bijgehouden.
De schoolbibliotheek nam met enkele werken toe
2e 11 1.
v> 3e 1.
46 6' 3
5e 9, waarvan 6 voor A, (waaron
der 2 onderwijs in He-
breeuwsch ontvangend) 2 voor
B en 1 voor A en B.
6e 11 5» waarvan 3 voor A, (waaron
der 1 onderwijs ontvangend in
Hebreeuwsch) 2 voor B en één
toehoorder voor oude talen.