76 lijken van de verschillende gezindten geregeld bezocht en toegesproken. In het Krankzinnigen Gesticht woonden de lijders, daartoe door de geneesheeren als geschikt aangewezen, de godsdienstoefeningen bij, 't zij in de kerk in het Gesticht, 't zij in eene der kerken in de stad. In buitengewone gevallen werden de geestelijken der verschillende gezindten onverwijld ontboden. Geldmiddelen. Van de geldleening, groot 400000,vermeld in het vorige verslag, werd den ien Februari 1901 de 2e Serie, groot 100000,opgenomen en den ien Augustus d.a.v. en daarna de 3e en 4e, tezamen groot f 200000,zoodat voor het einde van het jaar 1901 de geheele leening was uitgegeven. Overigens geven de geldmiddelen geen reden tot bijzondere vermelding. Voor het maken van de electrische installatie in het Gesticht is, met daarvoor noodige machtiging, een bedrag van 40000,— 21/2 o/0 N. W. S. verkocht. Meubilair. Het meubilair werd steeds goed onderhouden en behoorlijk aangevuld en vernieuwd. Badhuis. Pe ontvangsten gedurende 1901 bedragen f 2145,38 77 en wijzen eene kleine vermeerdering aan vergeleken bij het voorgaande jaar, toen deze 2043,75 bedroegen. Het aantal baden, het vorige jaar 11689 bedragende, was thans 11437 alzoo eene vermindering aantoonende. Hiervan werden 8340 door mannen gebruikt en 3097 door vrouwen Gebouwen. De electrische centrale werd in werking gebracht voor de verlichting der gebouwen en voor het drijven der verschillende motoren van de waschinrichting en de ijsfabriek. De ijsfabriek met ruimere bergplaats voor ijs werd verplaatst naar het voormalige ketelhuis. Voor de watervoorziening van de inrichting en het badhuis werden op het „Wilhelminaplein" drie Norton- buizen geslagendie voldoende water opleveren. Door de verplaatsing der stoomketels met stoom- verzamelaar en den aanleg van nieuwe buisleidingen kon de stoomketel en machine bij de waschinrichting en het badhuis buiten gebruik gesteld worden, daar er voldoende droge en afgewerkte stoom voorradig is voor de verwarming en voor de warm waterleidingen in de afdeelingen en in het badhuis en voor de wasch-, kook- en drooginrichting en het drijven van de zuig en perspompen. De bestaande drooginrichting bij de wasscherij kon, bij vochtig wederniet met den noodigen spoed vol doen aan de meerdere eischen van bewasschingen daarom werd door het Bestuur overgegaan tot het

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1901 | | pagina 40