48 de wei- en hooilanden veel te lijden van hoog water. In April werden de uiterwaarden en andere lage gron den geheel geinundeerd. Aangezien er nog weinig gras en het wêer koud was, bestond de schade hoofdzakelijk in het zeer laat inscharen van het vee. In de volgende maanden werden door het leggen van tijdelijke afdammingen de marschweiden voor een groot gedeelte tegen inundatie beveiligd. Een meer afdoende beveiliging daartegennamelijk het definitief ophoogen van de zomerkade over de geheele lengte van af het fort de Pol tot aan den Staatsspoorweg over de Marsch, waarvoor een post op de begrooting van 1902 werd ingebracht, zal in den loop van dit jaar kunnen geschieden. Tot keering van hoog water werd het lijnpad langs de Uiterwaarden tijdelijk opgehoogd, en werden ver schillende tijdelijke dammen gelegd, welke gedurende het hooge water dag en nacht bewaking vorderden en voor den winter weder moesten worden weggeruimd. Om de Lage Waarden van kwelwater vrij te houden, werd gedurende 22 dagen met de stoompomp gewerkt. De onnoodige overweg over den spoorweg op de Marsch en een aldaar aanwezige dam met duiker van te geringe capaciteit, werden met toestemming van de Rijksregeering door de gemeente weggeruimd. Daar door is de afwatering naar den Heiduiker zeer ver beterd. De afkomende grond werd benuttigd tot het bijvullen van in de nabijheid gelegen lage en natte terrein gedeelten. Met de verbetering van weilanden, vooral wat betreft de afwatering van lage gronden, wordt aanhoudend 49 voortgegaandoor het opgraven van best lande slooten en, voor zooverre noodig, het graven van nieuwe. In de Kijfsdijken, de Berkelweidenop de Uiter waarden en in de Ruiterdijksweiden werd op deze wijze voortgewerkt, waardoor die gronden aanmerkelijk verbeterd en de opbrengstenvooral wat betreft de Uiterwaarden steeds hooger werden. Nog werden af wateringsduikers gelegd door den Marschweg en door overwegen van weiden op de Marsch. Op verschillende plaatsenzooals langs den Marschwegin het Loensche land en langs den Drietelwaardop den Overmarsch en in de Hoven bij de Ruiterdijksweiden en op de Marsch langs het bouwland werden de doornenhagen uitgehakt en ingebonden. De afkomende doorns werden publiek verkocht. Met de werkzaamheden op de landerijen kon wegens het zachte voorjaarsweer vroeg worden begon nen; de maand April was echter koud, de jonge vruchten hadden nog al van nachtvorsten te lijden en de lage bouwlanden van het hooge water, zoodat zij later opnieuw bezaaid en beplant moesten worden. De droogte gedurende de maanden Juli en Augustus was niet gunstig voor de weilanden, zoodat er weinig gras was voor het vee doch het gunstige najaar ver goedde nog veel van de geleden schade. De prijzen der land- en tuinbouwgewassen waren hooger dan het vorige jaar. Verpachtingen van weilanden hadden dit jaar niet plaatsenkele perceelen bouwland, waarvan de pachters de pacht niet wenschten voort te zetten of met de betaling achterwege bleven, werden opnieuw verpacht. De kosten aan landerijen besteed hebben bedragen f 39°7>69-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1901 | | pagina 26