Bijlage E. dan schadelijk moet werken op den gang van het On derwijs. Het is een gelukkig verschijnsel, dat het aan tal van hen, die op de hoogere klassen dier school het onderwijs blijven volgen, geregeld toeneemt. Doch het onderwijs in die klassen dient aan alle te stellen eischen te voldoen, zal die toestand bestendigd worden. Het zal dus misschien noodig worden, voor die klas sen nog een onderwijzer aan te stellen. Bovendien is het niet onwaarschijnlijk, dat van de tegenwoordige Se klasse in den volgenden cursus zóó velen in de 6e klasse zullen geplaatst worden, dat ook deze gesplitst moet worden. Immers meer dan 32 leerlingen kunnen en mogen in die klasse niet geplaatst worden. Mocht Het is te verwachten, dat met September het aan tal leerlingen van school zóó groot zal zijn, dat uit breiding van het onderwijzend personeel noodzakelijk zal zijn, tenzij men door eene strengere schifting van onvermogenden en minvermogenden een aantal leer- lingen va,n die school weet te weren. In de schoolvergaderingen werden ook dit jaar on- derwerpen van methodiek en paedagogiek behandeld, en werd zoowel omtrent de bevordering der leerlingen als de aanschaffing van leermiddelen overleg gepleegd met het onderwijzend personeel. De Commissie heeft met groote ingenomenheid de notulen dier vergaderin gen gelezen, die over het algemeen getuigen van on derlinge waardeering en van het ernstig streven die vergaderingen zooveel mogelijk te doen dienen tot verhef- Bijlage E. 9 fing van het peil van het onderwijs in verstandelijken en zedelijken zin. Van de schoolbibliothekenop enkele openbare scholen van particuliere zijde gesticht, werd door een groot aantal leerlingen, onder toezicht van het onderwijzend personeel, gebruik gemaakt. Het getuigschrift, verklarende, dat de lagere school met vrucht is doorloopenwerd in het afgeloopen jaar uitgereikt, aan school D aan 10, school E aan 8, school F aan 5school H aan 23school I aan 5 leerlingen. In den loop van het jaar zijn de verordeningen regelende het Openbaar Lager Onderwijs en die op de heffing en invordering van schoolgeld herzien en in overeenstemming gebracht met de gewijzigde wet op het Lager Onderwijs. Tevens is eene nieuwe verorde ning vastgesteld, regelende de bezoldiging van het onderwijzend personeel eveneens als gevolg van de wijzigingen van de wet op het Lager Onderwijs. Eene verordening, regelende het herhalingsonderwijs in deze Gemeente, is door den Raad der Gemeente vastgesteld, doch nog niet door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurd. De Commissie heeft tot haar leedwezen het lid, den heer C. Bijl, uit haar midden zien verdwijnen. Door verandering van woonplaats was hij verplicht zijne be trekking neer te leggen. In de vergadering van den Gemeenteraad van 1 Juli werd hij eervol als lid der Commissie ontslagen. In zijne plaats werd in de ver gadering van den Gemeenteraad van 28 October be noemd de heer Dr. E. J. W. Holleman, die na ok 110^, een tweede onder wijzer aan die school moeten worden aangesteld.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1901 | | pagina 116