Bijlage E.
2
derwijzeres aan die school aangesteld mej. J. M. Vrügt-
man, die den lsten September in functie trad. In de
vergadering van den Gemeenteraad van 4 December
werd de heer G. J. Reerink op zijn verzoek eervol ont
slagen wegens zijne benoeming tot Hoofd eener school
te Lienden. In de vergadering van den Gemeenteraad
van 4 December werd mededeeling gedaan, dat de heer
R. Rijkse, dR tot nu toe alleen onderwijs gaf in de
lagere klassen van school B/C, aangewezen was om als
onderwijzer in ééne der hoogere klassen op te treden
in de plaats van den heer Reerink, terwijl in de ver
gadering van den Gemeenteraad van 18 December mej.
A. G. Arentsen, onderwijzeres aan school I, tot onder
wijzeres aan school B/C werd aangesteld, ten einde al
daar onderwijs te geven in ééne der lagere klassen.
Den lieer P. Dietz werd, wegens gezondheidsredenen
door heeren Burgemeester en Wethouders den 13den
November een verlof gegeven van drie maanden.
Aan school E werd de heer J. van der Horst, in
de vergadering van den Gemeenteraad van 9 Januari,
op zijn verzoek eervol ontslagen, met ingang van 1
Maart.
De heer J. van der Vies werd, wegens zijne benoe
ming tot Hoofd eener school te Suawoude, in de verga
dering van den Gemeenteraad van 5 Juni, op zijn ver
zoek eervol ontslagenmet ingang van 1 Augustus.
Mej. G. M. Brinkmann verkreeg van 1 Juni tot 1
September verlof, ten einde in dien tijd in Engeland
hare studiën voort te zetten. Dit verlof werd haar ver
leend in de vergadering van den Gemeenteraad van 10
Bijlage E.
3
April. In de ontstane vacatures werd niet voorzien met
het oog op de reorganisatie dier school.
Op school F werd de heer J. Meilink, wegens zijne
benoeming tot onderwijzer aan eene openbare school te
Amsterdamop zijn verzoek, eervol ontslagen in de ver
gadering van den Gemeenteraad van 2 October. In zijne
plaats werd, in de vergadering van den Gemeenteraad
van 13 November, benoemd de heer C. G. van Mun
ster, die 1 December in functie trad.
Op school G werd in de vergadering van den Ge
meenteraad van 9 Januari tot onderwijzer benoemd de
heer J. yan der Horst, onderwijzer aan school E, die
den lsten Maart in functie trad.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 3 Juli
werd tot onderwijzeres aan die school aangesteld mej.
W. M. J. Priems die den lsten September in functie
trad.
Op school II werd mej. E. Goldenberg, die den 1 sten
Maart vertrok, na op haar verzoek eervol ontslagen te
zijn, in de vergadering van den Gemeenteraad van 5
December 1898 vervangen door mej. J. A. A. Kumpe.
aan die school benoemd in de vergadering van den Ge
meenteraad van 6 Februari 1899. Deze trad den 9den
Mei in functie.
Van 1 Maart tot 9 Mei werd in de vacature voorzien
door de tijdelijke aanstelling van mej. 8. Revelman,
daartoe aangewezen door heeren Burgemeester en Wet
houders in hunne vergadering van 3 Maart.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 3 Juli
werd mej. S. Revelman aangesteld als onderwijzeres