12
is voor meer dan 24 leerlingen, zoo acht de
Commissie het bovendien in strijd met de be
langen van het onderwijs, indien meer dan
een twintigtal leerlingen in de hoogere klas
sen te zamen zijn. Het onderwijs lijdt groote
schade, indien niet de leeraren zich voldoende
kunnen overtuigen, dat het behandelde dooi
de leerlingen is begrepen en verwerkt.
Daartoe is bespreking der leerstof met ieder
der leerlingen dringend noodzakelijk. De leer
lingen moeten voortdurend om beurten zelf
voor het bord toepassingen maken van het
geleerde, en het aantal beurten, dat ieder
leerling kan worden toegekend, is thans in
de beide hoogste klassen veel geringer dan
met de gezonde eischen der paedagogiek in
overeenstemming is. Bovendien wordt thans
van de leeraren meer correctie gevorderd,
dan billijkerwijze kan worden geeischt, ter
wijl ook in die talrijke klassen de correctie
niet voldoende kan worden besproken. Dat
ook autoriteiten op ander onderwijs gebied
doordrongen zijn van het besef, dat te groote
klassen nadeelig zijn voor het onderwijs, blijkt
f it het Dit, dat voor de gymnasia een maxi
mum van 24 leerlingen voor iedere afdeeling
niet mag overschreden worden; uit den aard
der zaak is liet duidelijk, dat dit maximum
zoo ruim mogelijk is gesteld.
De Commissie vestigt er daarom Uwe aan-
Bijlage D.
13
dicht op, dat de mogelijkheid bestiat, dat de
splitsing der IVde klasse reeds zeer spoedig,
die der Yde klasse misschien binnen enkele
jaren noodzakelijk zal zijn, en dus uitbrei
ding van personeel en lokaliteit niet zal kun
nen uitblijven.
II. Burger-Avondschool.
Onderwijzend In de vergadering van den Gemeenteraad
personeel. van 6 Februari werd de beer J. Uiterwi.tk
definitief benoemd tot hulpleeraar iu bet luind-
teekenen, en in de vergadering van den Ge
meenteraad van 10 April werd hij op ver
zoek eervol ontslagen.
In de vergadering van den Gemeenteraad
van 10 April werd de beer H. J. Bolder
man definitief aangesteld als leeraar in de
stereometrie en de natuurkunde, op eeue jaar
wedde vati 400 gulden.
In de vergadering van den Gemeenteraad
van 5 «Tuni werden voorden cursus 1899/1900
de lieer A. W. E. J. de Haan als hulpleeraar
bij bet handteekenen en boetseeren en de lieer
L. E. Claus als hulpleeraar bij bet rechtlij
nig teekenen aangesteld op de vroegere voor
waarden.
In diezelfde vergadering werd de lieer J.
J. Stoel definitief aangesteld als leeraar in