Bij l uge C.
8
behoordenmet de vraog, of het vinden van een be
schikt uur voor het Catechetisch onderwijs aan de leer
lingen, in verband met de schooluren, ooit eenig be
zwaar had opgeleverd, en zoo ja welk? ten einde ons
in staat te stellen te overwegen of en zoo ja op welke
wijze aan gegronde bezwaren zoude kunnen worden te
gemoet gekomen.
Wij mochten daarop eenstemmig een ontkennend ant
woord ontvangen, zoodat er voorshands geen aanleiding
bestond om den rooster der lesuren in den door den
Commissaris bedoelden zin te wijzigen, wat ons trouwens
met het oog op de aan Hoogere Burgerschool en Gymna
sium verbonden Leeraren niet gemakkelijk toeschijnt.
Bij het bepalen van den dag van aanvang der Paasch-
vaeantie trok het onze aandacht, dat tot nu toe daarbij
eene m onze oogen verouderde toestand van invloed was
geweest. Zoowel Kerst- als Paaschvacantie toch ving
met het oog de vroeger minder talrijke en vlugge reis
gelegenheden steeds aan op Vrijdag na de middag les
uren, ten einde de leerlingeu van elders niet in de
noodzakelijkheid te brengen op Zondag te reizen Ook
zonder daartoe te noodzaken kon de aanvang dier va-
canties thans veilig worden bepaald op Zaterdag na
den schooltijd, weshalve wij voor het vervolg daartoe
besloten.
Van af 1 Januari 1899 tot het einde van den toen
loopenden cursus, werd het onderwijs ia het Hebreeuwsch
enkel gevolgd door 3 leerlingen uit de 5e klasse; van
at het begin van den cursus 1899-1900 met die drie
Bijlage C.
9
tot de 6e klasse bevorderden door een leerling uit de
5e klasse.
De privatissima van den Rector, ter behandeling van
Latijnsche schrijvers en tot aanvulling van het onderwijs
in de Antiquiteitenwerden als vroeger voortgezet.
De Heer Meinsma achtte echter eene aanvulling vau
het onderwijs in de Geschiedenis vau de 6e klasse in
den cursus 18991900 niet meer noodig.
De meermalen ook door ons geuite wenseh naar wij-
ziging van het Leerplan schijnt, blijkens het boveu ge
rapporteerde, vervuld te zullen worden. Wij kunnen
nu niet anders dan hopen in den door ons vroeger uit
gesproken geest.
5. Leermiddelen en Gebouw.
Beide bevinden zich in goeden staat en worden voor
zooveel noodig geregeld aangevuld en onderhouden.
Kaar aanleiding eener in de nieuwsbladen voorko
mende mededeeling, dat het Koninklijk Kabinet van
Munten en Penningen op aanvraag bereid was ten
dienste van het onderwijs eenige duplicaten van oude
munten af te staan, wendden wij ons tot den Directeur,
met het gevolg dit ons bij schrijven van 12 April door
ZEd. werd toegezonden een stel Romeinsche bronzen
munten uit den Keizertijd en tevens medegedeelddat
tegen vergoeding van een klein bedrag, mede disponibel
wareu de afgietsels van 6 stuks Romeinsche asses, van
welk aanbod wij een dankbaar gebruik maakten.
Daardoor is het Gymnasium verrijkt met eenehoe-