Bijlage B.
4
Het water der gemeente waterleiding, herhaaldelijk
onderzocht, bleek steeds van voortreffelijke hoedanigheid
te zijn. De gebouwen en inrichtingen der waterleiding
verkeeren in uitstekenden staat. Alleen schijnt de wer
king der filters somwijlen iets te wenschen over te laten.
Het was der Commisie ter oore gekomen, dat in
onze stad gordijnpapier werd verkocht, bevattende be-
standdeelen, schadelijk voor de gezondheid. Door de
Heeren Tjeenk Willink en Snijders onderzocht, bleek
dit papier inderdaad schadelijke stoffen te bevatten; het
was n.l. met Schweinfürter groen of arsenik- en azijn
zuur koper geverfd. Den winkelier werd verzocht, dit
papier voortaan niet meer te koop aan te bieden, en
door eene advertentie in de Zutphensclie Courant ge
plaatst, werd tegen bet gebruik en den verkoop ge
waarschuwd, met verwijzing naar artikel 175 van het
wetboek van strafrecht.
Een schrijven kwam tot ons van de Commissie van
wetgeving, met verzoek bij de herziening der alge-
meene Politieverordening eventueele opmerkingen en
wijzigingen in 't midden te brengen. Aan dit verzoek
werd door ons voldaan als volgt:
Aan het nieuwe artikel 129 werd geraden toetevoe
gen„Het venten van levensmiddelen, ooft enz. op
den openbaren weg mag na zonsondergang alleen dan
plaats hebben, als de verkooper voorzien is van een
bewijs, dat zijne waren door den Stadskern-meester zijn
goedgekeurd." Vervolgens in te lasschen een nieuw
artikel: „Het verkoopen of gebruiken van pauwveeren
Bijlage B.
5
en dergelijke artikelen op den openbaren weg is ver
boden."
Dan toe te voegen aan artikelen 135 (nieuw):
„Eetbare waar mag niet afgeleverd worden in oude
couranten of oud papier."
En in artikel 138 (nieuw) het woord „mazelen" te
schrappen.
Voorts werd besloten, Burgemeester en Wethouders
uit te noodigen, naar aanleiding van het verspreiden
van stank door zeepziederijeu, branderijen, pakhuizen,
enz., voor het oprichten van dergelijke zaken, strenge
eischen te stellen, ten einde bij eventueele gegronde
klachten van buren, het recht te hebben, om de reeds
verleende concessie in te trekken.
De Gezondheids-Commissie ondervond in het afgeloo-
pen jaar eenige wijziging in hare samenstelling; van de
Heeren Snijders en Witkop, aan de beurt van aftre
ding werd de eerste herkozendoch wenschte de
tweede voor eene eventueele nieuwe benoeming niet
weder in aanmerking te komen.
Het lid Dr. W. Sneltjës wenschte mede niet langer
lid der Gezondheidscommissie te zijn, en verzocht aan
het Gemeentebestuur om eervol ontslag. Het heengaan
der beide genoemde Heeren werd door de overige leden
met leedwezen vernomen.
De Heer Mr. Thooft was dit jaar door ongesteldheid
steeds verhinderd de vergaderingen bij te wonen, zoo
dat de Commissie een rechtsgeleerd lid miste. De Heer
Tjeenk Willink werd opnieuw als Voorzitter herkozen.