94
de heeren: Mr. J. Thooft, F. H. Umbgrove, Mr. J. F.
Sölner, W. C. M. R. Baron van Heeckeren van de
Heest, A. Steenlack en C. C. Briinings.
Bornhof.
Op 31 Dec. 1899 waren Provisoren dier Instelling de
heeren
Mr. J. Thooft, President.
A. Barenbrugh, Secretaris.
O. J. Verwey.
Mr. J. B. Sölner
H. Ketjen.
Rentmeester is de heer J. van I)am; werkbaas G. J.
Beltman.
Het aantal provenieren in het Bornhof bedroeg op
31 Dec. 1899: 175. (Er waren 5 vacaturen).
Deze provenieren zijn te verdeelen in: 162 Ned.
Hervormden en 13 Roomsch-Catholieken.
en naar den ouderdom:
van 41—59 j uir 1
51—60 4
7i 61 -70 46
71—80 92
81—90 32
In den loop van het jaar overleden 20 provenieren
en werden er 20 opgenomen. Een provenier verliet
vrijwillig het Gesticht en één echtpaar werd, wegens
aanhoudende dronkenschap en wangedrag, vooral van
den manuit het Gesticht verwijderd.
95
De gebouwen bevinden zich in goeden staat; met de
verbetering der landerijen werd voortgegaan.
Over 1898 bedroegen de gewone ontvangsten 47887,90
uitgaven 36373,565
Saldo ƒ11514,335
B urger Weeshuis.
In het College van Provisoren werd iu 1899 de heer
A. J. Nijman, wegens diens vertrek uit de Gemeente,
vervangen door den heer L. Albcrs. Dat College was
op 31 Dec. van dit jaar samengesteld als volgt:
de heer Ch. M. Henny, President,
L. Albers, Secretaris.
G. Lijsen.
G. J. Garsen.
De betrekking van Rentmeester-Weesvader werd ver
vuld door den heer J. B. Kobus en die van Weesmoe
der door zijne echtgenoote Mej. P. KobusDeopold.
Het opzicht over landerijen enz. was opgedragen aan
D. Walgemoed en over de gebouwen in de stad, aan
den architect H. A. Ezennau.
Op 1 Januari 1899 werd in het Weeshuis verpleegd
1 meisje. Aan de tuinbouwschool te Frederiksoord is
1 jongen (in 1898) als leerling geplaatst.
Buiten het Gesticht werden op kosten van het Wees
huis 2 kinderen verpleegd.
Op den 1 Januari 1899 bedroeg het aantal onder
steunde heele en halve weezen 125, welk aantal iu den
loop van het jaar nog met 28 vermeerderd werd.
De uitgave daarvoor bedroeg 9357,405.