68
Het inrichten van den daardoor verkregen zolder met
kasten voor archief.
Groote Damestuin. Het wegnemen der houten schut
ting langs den moestuin en het vervangen door een hek
met ijzeren draadvlechtwerk.
Tuin Vrouwen 3e klasse. Het vergrooten van den
tuin (met een gedeelte van den moestuin) tot de diepte
van den belendendeu tuin der onrustige dames.
Het maken van een ijzeren hek met draadvlechtwerk
langs het vergroote gedeelte en de bleek.
Open plaats Vrouwen 4e klasse. Het inrichten van de
voormalige lijkenkamer tot schuurkeuken.
Single rooms Vrouwen Afd. Het plaatsen van 4 stuks
nieuwe lichtkozijnen, bezet met spiegelglas dik 20 mM.,
ventileerende bovenlichten en buiten zongordijnen.
Het leveren en stellen van 16 kasten voor oppasse
ressen en 4 kasten tot berging van kleederen der da
mes hoogere klasse.
Het maken van 6 kasten op den zolder der mannen-
afdeeling voor het bergen van kleederen der verpleeg
den 3e klasse.
Het wegnemen van de schutting tusscben de open
plaats der zwakken afdeeling en de cellen plaats man
nen en het vervangen door een ijzeren hek met draad
vlechtwerk.
De boerenerven, landerijen en bosschen werden goed
onderhouden.
Badhuis.
Het jaar 1899 wijst wel eene vermeerdering aan van
69
liet aantal gebruikte baden doch de ontvangsten daar
entegen eene vermindering.
Bedroeg het aantal baden in 1898 13164, in 1899
vermeerderde dit tot 13305, de ontvangsten liepen terug
van f 2200,75 tot f 2140.35, zijnde dit het gevolg hier
van, dat het grooter aantal baden bestond uit de baden
van een minderen prijs.
e. Geneeskundige dienst hij armenverpleegd
in hunne woningen.
In dezen dienst kwam geen verandering. Hij werd
waargenomen door twee Geneesheeren, ieder op eene
belooning van f 600 'sjaars en door een Arts voor de
heel- en verloskunde (tevens belast met de visitatie der
publieke vrouwen en de doodschouw) op eene belooning
van f 1000 'sjaars.
Bovendien zijn er thans 2 Gemeente-vroedvrouwen,
die ieder een jaarlijksche bezoldiging van f 200 ge
nieten.
Door het alhier bestaand Stedelijk Ziekenfonds zijn
de minvermogenden in staat, tegen een zeer geringe
wekelijksche contributie, zoo noodig geneeskundige hulp
en medicijnen te verkrijgen. In December 1899 waren
daarvan lid: 141 Hoofden van gezinnen, 29 Weduwen,
Hoofden van gezinnen en 72 alleen wonende personen.
In het tekort dezer Instelling voorziet de Gemeente.
Over 1899 beliep dit f 647,015.