Burger Weeshuis.
In het College van Provisoren kwam in 1896 geene
verandering, dat College was op 31 Dec. van dit
jaar samengesteld als volgt:
de heer A. J. Nijman, President.
Ch. M. Henny, Vice-Pres.
G. Lijsen, Secretaris.
G. J. Garsen, 2e Secr.
De betrekking van Rentmeester-Weesvader werd ver
vuld door den heer J. B. Kobus en die van Weesmoe
der door zijne echtgenoote mej. P. KobusLeopold.
Het opzicht over landerijen enz. bleef opgedragen aan
D. Walgemoed en over de gebouwen in de stad aan
den Architect J. Uiterwijk.
Op 1 Jannari 1896 werden in het Weeshuis verpleegd
4 kinderen.
Buiten het Gesticht werden 8 kinderen verpleegd,
waaronder een jongen zijne studie voortzet aan de Rijks
kweekschool voor onderwijzers te Deventer; een is
Korporaal, in garnizoen te Breda; een is barbiersbe-
diende te Arnhem, terwijl een als tuinmansleerling
alhier werkzaam is.
Gedurende het jaar werd aan 140, hetzij heele of
halve weezen, onderstand verleend voor opvoeding en
onderwijs.
Voor 130 halve en 10 heele weezen werd voor on
derwijs en opvoeding verstrekt f 7637,50
en aan de verpleegde weezen n 887,50
Samen f 8525,—
Transporteere f 8525,
Transport f 8525,
Aan kleeding enz. werd nog voor deze
laatsten uitgegeven 171,95s
zoodat het totaal der uitgaven voor weezen
buiten 't gesticht verpleegd bedraagt f 8696,95 s
Twee der inwonende weezen ontvingen onderwijs op
eene lagere school en tevens met 1 inwonende wees
niet meer ter school gaande, privaat onderwijs.
Aan den cursus in de nuttige handwerken namen
deel 22 heele- en halve weezen.
Eene boerenwoning werd gebouwd op het erve Leb
bink onder Vorden; een huis in de Pelikaanstraat werd
aangekocht en vernieuwd. De overige gebouwen en
erven werden goed onderhouden.
De gezondheidstoestand in het Gesticht was wederom
zóó gunstig, dat ook in 1896 geen geneeskundige hulp
noodig was.
De rekening der Instelling, sloot over 1895, wat de
gewone ontvangsten en uitgaven betreft, met een batig
saldo van f 9449,91.
Gebroeders Bakkers Weeshuis.
In het Bestuur dier Instelling kwam verandering door
het overlijden van den Heer H. C. Hissink. In de
vacature was op 31 Dec. 1896 nog niet voorzien. Tot
secretaris werd benoemd de heer C. Stolp.
Regenten zijn de Heeren
P. Hasselo, Voorzitter.
C. Stolp, Secretaris.
M. Bransz, Penningmeester.
111