openbare scholen behaalden eene akte
Aan school A: Mej. C. J. F. Vetter, de hoofdakte.
Aan school E: de heer W. Meijer en Mej. G. M.
Brinkman, de acte voor Fransch (L. O.)
Aan school HMej. M. J. E. van de Velde, de
hoofdakte
De heer L. K. Kumpe die den isten December zijn
dertig jarig jubilé vierde bij het Openbaar onderwijs
in deze Gemeente, werd met ingang van dien datum
in het genot gesteld van de verhooging, als bewijs
van bijzondere tevredenheid, uitsluitend op voordracht
der Commissie te verkenen.
De heer J. COLMJON, onderwijzer aan school B/C en
Mejuffrouw J. G. H. HARBACH, onderwijzeres aan school
E, werden wegens drie jaren onafgebroken dienst respec
tievelijk bevorderd tot de hoogste en de tweede klasse.
De inrichtingde gang en de resultaten van het
onderwijs op de verschilende scholen zijn bevredigend,
het onderwijzend personeel doet, ieder naar zijne krach
ten, zijn plicht. De wenkden jongeren onderwijzers
in het vorige verslag gegeven, schijnt goede vruchten
te hebben gedragen.
In den loop van het jaar werd door de heeren Dr.
B. C. Goudsmit en Dr. H. M. D. van Riemsdijk een
cursus geopend in de natuurwetenschappen, uitsluitend
toegankelijk voor leerlingen der zevende en achtste
klasse van school A. De eerste gaf twee uren 's weeks,
de laatste een uur s weeks onderwijs. Deze cursus
werd zeer getrouw bezocht door alle veertien leerlingen
dier klassen. De oprichting van dien cursus was een
uitvloeisel van den wensch van vele ouders van leerlingen
9
dier school, dat het onderwijs in de natuurwetenschap
pen op school A meer tot zijn recht zou komen.
Het getuigschriftverklarende dat de lagere school
met vrucht is doorloopen, werd in het afgeloopen jaar
uitgereikt aan I leerling van school Aaan 7 leerlingen
van school F en aan 5 leerlingen van school I.
De Heer Mr. J. B. SöLNERdie wegens zijne benoeming
tot Wethouder, zijn ontslag had gevraagd als lid der
Commissie, werd in de Raadszitting van 1 April als
zoodanig eervol ontslagen. Hoewel de beweegredenen
eerbiedigende, die hem noopten niet langer deel te
nemen aan de beraadslagingen der Commissie, zag de
Commissie hem slechts noode vertrekken. Een aantal
jaren had zij het voorrecht met hem samen te werken
in het belang van het onderwijs en van zijne adviezen
te genieten. De Commissie vleit zich, dat dezelfde
liefde voor het openbaar Onderwijs hem in het College
van Burgemeester en Wethouders blijft bezielen. In
zijne plaats werd in de Raadszitting van 6 Mei be
noemd de heer C. Bijl.
Ook voor het ingetreden jaar roept de Commissie
met vertrouwen den steun in van het Gemeentebestuur.
De Commissie voornoemd,
A. G. KOK,
Voorzitter.
B. C. GOUDSMIT,
Secretaris.
ZUTPHEN
4 Februari 1896.