6
STAAT van elke keuze voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad.
I'S
C. Bijl. I
7
Tegen de verkiezing van den heer H. D. MlSPELBLOM
Beijer werd bezwaar ingebracht, doch de uitspraak van
het stembureau werd gehandhaafd. In de Raadsverga
dering van den 4aeu Februari werden de geloofsbrief en
verdere stukken van den gekozene onderzochten ge
noemde heer in de vergadering van den uden Maart
als lid toegelaten.
Wegens periodieke aftreding van de Heeren Mr. A.
J. Baron VAN Nagell en H. D. MlSPELBLOM BEIJER,
als leden der Staten van Gelderland, werd op 14 Mei
1895 eerstgenoemde herkozen met 1183 van de 1606
uitgebrachte geldige stemmen, terwijl, in plaats van
den Heer H. D. Mispelblom Beijer, werd gekozen
de Heer B. CUPERUS, met 1115 van de 1606 uitgebrachte
geldige stemmen.
Overigens kwamen geene vragen en beslissingen over
de verkiezingen voor. De Raad nam, naar aanleiding
van de, krachtens art. 10 bis der kieswet, ingekomen
opgaven van de besturen der alhier aanwezige instellin
gen van weldadigheidêétie beslissingaangezien op de
lijsten een naam voorkwam van een persoon, die in
1894 onderstand had genoten. Deze werd geschrapt.
De kiezerslijsten werden den 14 Maart 1895 vastge
steld en den 25 April d.a.v. gesloten.
fcJD bD
d
KAAM
EN
VOORNAMEN
Tan elk,
gedurende
het jaar, gekozen
raadslid.
Getal
uitge
brachte
stemmen
bij de
Getal
blanco
briefjes.
.2 .g
g S 5
8 g g
Getal
briefjes
om andere
•edenen
van
onwaarde
verklaard
bij de
o S
O
Getal
geldige
stemmen
op eiken
verkoze-
ne uit
bracht
bij de
O S
1895.
22 Ja
nuari.
H. D. Mispelblom
Beijer.
1081
16
Juli.
Mr. J. B. Sölner.
B. Cuperus.
D. Albers. W.zn.
E. H. Umbgrove.
A. R. Witkop.
891
891
19
20
20
591
650
644
565
541
478
436
Deze vrije stem
ming had plaats
tengevolge der in
1894 door het
stembureau geno
men beslissing.
G ekozen in
plaats van den
Heer C. Storm
Bu ij sing, die in
1894 bedankte, en
in 1895 moest af
treden.
Periodieke aftre-
ding, en herkozen.
Moeten weder af-
I treden in 1901.
Gekozen in
j plaats van de Hee-
ren Dr.D.H.Ort en
H. D. Mispelblom
Beijer, die perio
diek moesten af
treden.
Moeten weder
aftreden in 1901.
