5°
jukken en ijzeren bovenbouw. De bedekking is ge
schied met verzinkt gegolfd plaatijzer waarop een be-
tonlaag en daarover de keibestrating, in zand.
In het noorder landhoofd van de havenbrug werd
eenige zetting ontdekt, waarom dit ontgraven en met
zware ankers voorzien werd.
Met uitzondering van de Manebrug (die echter ter
vernieuwing is voorgedragen), verkeeren de bruggen
in goeden toestand.
De bazaltmuur langs den westelijken oprit naar de
IJsselbrug werd opnieuw ingevoegd.
De kosten van onderhoud hebben bedragen
die van de IJsselbrug f 1230,57
Idem voor de overige bruggen 678,92
Havens en Grachten.
De grachten werden met zorg schoongehoudenen
zooveel mogelijk gespuid.
In de Noorderhaven werd een nieuwe aanlegsteiger
gemaakt ten behoeve der nieuw gebouwde zeepziederij,
volgens dezelfde afmetingen en constructie als die bij
de fouragebergplaats.
De lage losplaats bij de Noorderhaven werd belang
rijk verbeterd door vernieuwing van de oeververdedi
ging. Langs de geheele lengte werd een rij eiken
perkoenpalen met bazaltbekleeding en puinbestorting
aangebracht.
De onder de rubriek Gemeentegronden en Landerijen
vermelde ruiling met Van der Klip, van grond aan
den hoek Groensteeg en Graaf Otto Singel, werd aan-
51
gegaan ter verkrijging van een terrein, geschikt voor
het maken van een nieuwen pompkelder en steenen
gebouwtje ter plaatsing van de locomobile.
Eerstdaags zal dat terrein door den eigenaar worden
ontruimd en kan met den bouw worden begonnen.
Wegens hoogen IJsselstand was de spuiïng der bin
nengracht gedurende 39 dagen gestremd en moest ge
durende 28 dagen met de stoommachine worden ge
werkt tot het op peil houden der gracht.
Wegens de werkzaamheden op de Berkel en de lage
waterstanden op die rivierkon de spuiing der binnen
gracht en het benedenpand der Berkel langs de Roze-
gracht, niet zoo geregeld als behoorde, geschieden.
De onderhoudskosten hebben bedragen f 943.10.
Plantsoenen en Wandelplaatsen.
De plantsoenen en wandelplaatsen werden met zorg
onderhouden en verkeeren over het algemeen in een
goeden toestand.
Hoewel de winter lang en streng aanhield, was daar
entegen het voorjaar van 1895 zeer gunstig voor den
groei van het jonge en verplante plantsoendoor de
gedurige regens en daarbij zacht en warm lenteweer,
hetgeen dan ook niet alleen het plantsoen maar ook de
grasvelden goed te stade kwam. De jonge boomen
en heesters werden gesnoeid, evenals het jonge plant
soen in de kweekerij.
Langs den Polweg, op de Marsch, den Coehoornsin-
gel, de Nieuwstadden Buitensingelden Emmerikschen
weg, den Martinetsingel, den Tadamasingel, den Boomp-