6 bewoond door Poelder en Hulsman. Bjj (ene bespre king van deze zaak door één der leden onzer Commissie met den Commissaris van Politie en den toenmaligen Burgemeester mocht door ons de belofte worden verkre gen van onmiddelijke verbetering en opruiming dea mestvaalten, zijnde het, volgens artikel 145 der alge- geene politie-verordening verboden omzonder vergun ning van Burgemeester en Wethouders, binnen de be bouwde kom der gemeente verzamelingen van vuil of sekreetmest aan te leggen. Daar echter de beloofde verbetering achterwege bleef, hadden wij de eer Ubij missive van 14 September j.l. Ho. 124 nogmaals te verzoeken, in het belang der openbare gezondheid, zoo spoedig mogelijk, ingevolge artikel 145 der politie-verordening, bedoelde mestvaalten te doen opruimen. Yolgens Uw antwoord, bevat in Uwe missive van 27 September j.l. A Ho. 265, met begelei dend afschrift van een rapport ter dezer zaak van den Commisaris van Politiehad die verbetering en oprui ming werkelijk plaats gehad, doch een nader onderzoek van één der leden onzer Commissie, den heer Uiterwijk, leerde, dat de toestand wel eenigszins gewijzigd, doch van afdoende verbetering geen sprake was. In de December-vergadering onzer Commissie, welke de nieuwbenoemde Burgemeester met zijne tegenwoor digheid vereerdewerd de aandacht van ZEd. Achtb. nogmaals op deze zaak gevestigd en mochten wij de belofte ontvangendat een nader onderzoek zou plaats hebben, waartoe echter een schriftelijk rapport over den 7 toestand door den Burgemeester verzocht werd. De heeren Tjeenk Willink, Uiterwijk en Witkop werden daartoe door den Voorzitter in Commissie benoemd om den toestand nogmaals ter plaatse te onderzoeken en daarover aan den Burgemeester rapport uit te brengen zoo ils geschied is. De beide laatstgenoemde leden hebben zich tevens belast met het onderzeek van eenige andere woningen en van toestanden in deze gemeentedie uit het oog punt der openbare gezondheid te wenschen overlaten. Hoogst onbevredigend in dit opzicht waren de toe standen in den Wittenhoed bij de B.irlhezewaarover reeds hierboven werd gesproken, doch waarin thans, naar wij vertrouwenafdoende verbetering zal komen ten gevolge van den aankoop der huisjes door de ge meente. Veel liet verder de toestand over van de wo ningen van IIooglandt en Sengers in de Gasthuisstraat, doch de laatste heeftdoor bemiddeling van den heer Witkop, beloofd den toestand te doen verbeteren en de onreinheden te doen opruimen. Omtrent de uitvoering van het tonnenstelsel moeten wij nogmaals Uwe aandacht vestigen op de wenschelijk- lieid om bij het vervoer der tonnen meer zorg te be steden aan de middelen tot voorkoming van het ver spreiden van stank, hetgeen nog dikwijls te wenschen overlaat. Bij den Secretaris kwam een verzoek in om het drink water te onderzoeken van de pomp op de Groenmarkt t bij den Wijnhuistoren, daar dit water volgens een der

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1894 | | pagina 68