74 S an dit onderwijs werd tevens gebruik gemaakt door nog 117 meisjes van school A en door 50 jongens en .'32 meisjes van school D. Zwemschool. Deze inrichting is verbonden aan een der beide bad huizen op de rivier. In liet afgeloopen jaar ontvingen 35 personen bij abonnement zwemles, terwijl 11 enkele lessen werden gegeven. Er werden voor die beide badhuizen afgegeven 198 abonnementen voor zwemmen of baden, 32 dozijn kaart jes voor baden, terwijl bovendien door nog 325 personen van de baden werd gebruikt gemaakt tegen contante betaling. Yoor de zweminrichting aan den Graaf Otto-singel werden afgegeven30 abonnementskaarten49 dozijn kaartjes en 36 kaartjes voor éénmaal zwemmen. Werkschoot. Deze school is thans gevestigd in eenige lokalen der kazerne „Latjjusche school". Omtrent de werking der school hebben wij de eer te verwijzen naar het verslag der Commissie, hetwelk als bijlage G hierachter is gevoegd. VII. Gymnasium. Het persoueel aan deze inrichting verbonden, bestaat uit een Rector, een Conrector, 9 leeraren en een Gym- nastiek-onderwijzer. 75 De uitgaven voor het Gymnasium bedroegen f 213S5 14 De ontvangsten aan Schoolgelden f 4180.— aan Rijkssubsidie 8613, f 12793.— "V oor verdere bizonderheden hebben wij de eer ons te refereeren aan het verslag door Heeren Curatoren uit gebracht, hetwelk als bijlage C hierachter is gevoegd. VIII. Kunsten en Wetenschappen. Onder dit hoofdstuk is alleen melding te maken van de Muziekschool. Aan deze inrichting zijn verbonden 3 leeraren, waar van een met den t.tel van Directeur. In het afgeloopen jaar werden met genoemde leeraren nieuwe overeen komsten aangegaan in dien geest, dat hunne beloonin gen in evenredigheid met de te ontvangen sohoolgelden komen. Op 1 Maart van dat jaar begon de cursus met 64 betalende en 15 gratis leerlingen. Op 1 September daaraanvolgende waren 60 betalende en 29 gratis leer lingen op de school. De rekening over het afgeloopen jaar sloot met een te kort van f 81,75, hetgeen zijn oorzaak vond in de reorganisatie der contracten met Heeren Leeraren, die voor een grojt deel van 'tjaar volgens de oude regeling werden uitbetaald. Over 1894 bedroeg de Gemeentelijke bijdrage het maximum van f 3000.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1894 | | pagina 39