54
strekt 514 portie's ijs. In liet Ziekenhuis gebruikte men
er 73 en in het Krankzinnigen-gesticht 29, alzoo in 't
geheel 6IC.
In het Bestuur is geeue verandering gekomen. De
Heer C. C. ürüningsdie volgens den bestaanden rooster
aan de beurt van aftreding was, werd op nieuw benoemd.
Onder leiding van de HuismeesteresMej. Ivobus
waren op 31 Doe- 1894 in het Ziekenhuis in dienst: 3
oppasseressen, een werkmeid, een keukenmeid en 2 op
passers behalve de hoofdverpleger en verpleegster op
het Lazareth, en voor het onderhoud der tuinen een
vaste arbeider.
De 2e Opzichteres in het KrankzinnigengestichtMej.
H. J. Robert, werd met ingang van 1 Augustus benoemd
tot buitengewoon opzichteres, terwijl in haar plaats als
hoofd van het paviljoen onrustige vrouwen werd aange
steld Mej. O. G. Hoekstra.
Als vroeger bestond het inwonend personeel uit: 1
machinist, 1 smidsknecht, 2 bakkers, 1 kok, 1 maga
zijnknecht, tevens hulpkok, 1 portier, 2 keukenmeiden,
3 werkmeiden, 3 linnenmeiden, 2 naaisters, 2 nacht-
wachts, terwijl op de bleekerij de reeds genoemde blee-
ker met zijne echtgenoote werkzaam zijn, benevens 1
knecht en. 7 wasclivrouwen,
Yoorts waren de volgende uitwonende werklieden
geregeld aanwezig: 1 assistent-machinist, een wever, 3
kleermakers, 1 schoenmaker, 2 kamerbehangers, 2 met
selaars, 2 timmerlieden, 5 ververs, 2 tuinlieden en 2
arbeiders.
55
In de mannen-afdeeling zijn geplaatst: 1 huismeester
I assistent-huismeester, een opzichter en 29 oppassers,
en in de vrouwen-afdeeling1 huismeesteres, 1 opzich
teres. een 2e opzichteres en 1 buitengewoon opzichteres,
benevens 35 oppasseressen.
Op den 6 April van dit jaar leed de Geneeskundige
dienst in het Gesticht een gevoelig verlies door het
overlijden van den humanen en ijverigen 2n geneesheer.
Dr. D. Hulst. Den 1 Mei werd in zijne plaats benoemd
de Heer C. Bijl, arts, benoemd 2e geneesheer in het
Krankzinnigen-Gesticht te Delft, terwijl Dr. L. S. Meijer,
arts te Sneek, den 1 Maart 1894 tot 3en geneesheer
werd aangesteld.
De gezondheidstoestand was wederom zeer voldoende.
In het Ziekenhuis werden de lijders door de geeste
lijken van de verschillende gezindten geregeld bezocht
en toegesproken.
In het Krankzinnigengesticht woonden de lijders,
daartoe door de geneesheereu als geschikt aangewezen
de godsdienstoefeningen bij, 'tzij in de kerk in het Ge
sticht, 't zij in eene der kerken in de stad. In buiten
gewone gevallen werden geestelijken der verschillende
gezindten onverwijld ontboden.
Het meubilair werd steeds goed onderhouden, behoor
lijk aangevuld en vernieuwd.
In 1894 was de ontvangst, wegens verstrekte baden
in het Badhuis f 2948,78, tegen f 2931,22 in 1893,
doch het aantal verstrekte baden liep terug van een to
taal van 17876 in 1893, tot 17538 in 1894. Het min-