88 HOOFDSTUK XII. Nijverheid, Handel en Scheepvaart. I. Kamer van Koophandel en Fabrieken. Opgaaf yan den uitslag der verkiezing op 21 Novem ber 1893. De Kamer van Koophandel en Fabrieken bestaat thans uit de navolgende Heeren J. C. MuijdermanVoorzitter; A. J. Nijman, Onder- Voorzitter; E. G-. Volkersz, Thesaurier; D. L. van Elk, C. D. Muijderman, F. H. Heukelman, E. G. Volkersz J. van de Velde, B. Fortuin, E. J. Harmsen en de Heer Mr. M. Colthoff, Secretarisovereenkomstig de deswege bestaande bepalingen is deze laatste geen lid der Kamer. De in bovenstaanden staat niet genoemde leden treden af op den 31 December 1894. 89 II. Nijverheid. n. Fabrieksnijverheid en ambachten. De toestand daarvan bleef onveranderd. In het afgeloopen jaar werden krachtens de wet van 2 Juni 1875 Stblno. 95), door ons de navolgende vergunningen verleend 1. aan C. Weijel, tot het oprichten van eene slacht plaats voor vee. 2. B. Tesink Hzn., tot het uitoefenen van een koper- en blikslagerij. 3. W. Blomtot het oprichten van eene werk plaats, waarin het beroep van loodgieter, koper slager en zinkwerker zal worden uitgeoefend. 4. D. J. Klein Klouwenbsrg, tot oprichting eener varkensslagerij. 5. J. "VVissink, tot het in gebruik nemen eener grootere gaskrachtmacliine in zijne vleesch- rookerij. 8. J. R. van Roekei en A. Martens, tot het plaatsen van een gasmotor voor het in werking brengen van een' koffiebrander en een specerijmolen. 7. "W". Kerkmeijer Gr.Jzn., tot het oprichten van eene steenhouwerij. 8. P. H. Doptot het oprichten van eene rund en varkensslachterij met rookerij. 9. n J. "Wijgman, tot oprichting van een rund- en varkensslagerij. 10. Q-. J. Sonnenberg, tot oprichting eener varkens slachterij met rookerij. Geheel getal kiezers. Getal opgekom eerste stemming. dezers en bij de her stemming. Benoemde leden. Aanduiding door iie woorden gekozen of herkozen. 402 107 E. J. Harmsen. I Gekozen in plaats 1 van A. G. Wijer», (overleden, die dl 1 Dec. 1896 moest af- 1 treden.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1893 | | pagina 46