4 Tevens werden op dien datum de bovenvermelde herexamens afgenomenallen met gunstig resultaat. Bij den aanvang van den nieuwen cursus 1891/92 op Dinsdag 1 September kwamen twee leerlingen der 3e klasse niet terug, zoodat deze aanving met 54 leer lingen. Een getal, lager dan sedert de invoering van den zesjarigen cursusde 9 voorgaande jaren, het geval was. Dat dit jaar dat cijfer betrekkelijk zoo klein is, is het gevolg van het bijzonder klein getal novitii, slechts 6. Over het tusschentijds heengaan van leerlingen toch valt aan ons Gymnasium niet te klagen. Tot ons leedwezen hebben wij één vrij ernstig ver grijp tegen de tucht, gepleegd door 2 leerlingen der 6e klasse, te vermelden, waarin Rector en Leeraren reden vonden ons, ingevolge artikel 23 van het Regle ment, schrittelijk tot de verwijdering dier leerlingen te adviseeren. Na een grondig onderzoek besloten wij aanvankelijk tot eene verwijdering voor den tijd van 14 dagen met °plegging van eene, voor dien tijd voldoende werk gevende, straftaak. Door de naar genoegen van ons en Leeraren vol brenging dier taak, werd eene verwijdering voor altoos, gelukkig voor ouders en leerlingen, voorkomen. 5 Op enkele klassen enz. Doch met uitzondering van deze gevallen hebben wij overigens over gedrag en ijver der leerlingen niet te klagenwat trouwens uit den bovenvermelden uitslag der examina genoegzaam blijkt. Voor verandering in het leeraarspersoneel bleef het Gymnasium dit jaar gespaard. De in December 1890 door den Raad benoemde leeraar in de Wiskunde Dr. A. J. ZWART trad op 17 Februari in funtie en mocht de voldoening smaken nog vóór het einde des proefjaarswaarvoor hij aan vankelijk was aangesteldmet gunstig advies van den Heer Inspecteur op onze voordracht in December 1.1. definitief te worden benoemd. De leeraar voor het Nederlandsch en Hoogduitsch Dr. Fockens zag zich eenige weken vóór de Kerstva- cantie om reden van gezondheid genoodzaakt een verlof aan te vragen, aanvankelijk voor den tijd van 14 da gen daarna verlengd tot 1 Januari. De daardoor vrij vallende lessen werden met de meeste bereidwilligheid, zooveel mogelijk, door den Rector en de overige leer aren waargenomen, waarvoor het ons alleszins passend voorkomt hun hier een openlijk blijk van dank en hulde te brengen. Hoewel daardoor het niet bezet zijn van alle lesuren

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1891 | | pagina 82