98
Ten opzichte der Muziekschool valt het volgende te
vermelden
Aan deze inrichting zijn verbonden een Directeur-
leeraar en twee leeraren. De cursus ving op i Maart
1891 aan met 92 en op 1 September d.a.v. met 83
betalende leerlingen. In den loop van het jaar maak
ten ongeveer 25 niet-betalende leerlingen van het on
derwijs op die school gebruik. Over den gang van
et onderwijs blijft de Commissie tevreden. De reke
ning over den dienst 1891/92 sluit met een batig saldo.
De extra-toelage aan het stedelijk Muziekkorps werd
iets verhoogd, en is dit korps voorzien van goede in
strumenten. Te betreuren is het, merkt de Commissie
op, dat de goede krachten door de leerlingen der
school aan dit korps verleend, niet van blijvenden
aard zijn, daar die jongelieden hoofdzakelijk door dienst
plichtigheid het korps weder moeten verlaten. Alleen
hoogere tractementen zouden vast personeel mogelijk
maken, doch zulks valt buiten het bereik der Muziek
school.
Ter bevordering van kunsten of wetenschappen zijn
in ^deze Gemeente de navolgende vereenigingen geves-
Maatschappij ter bevordering der Toonkunst.
Plctura> welke vereeniging zich ten doel stelt den
zin voor teeken- en schilderkunst op te wekken en te
bevorderen, door het geven van kunstbeschouwingen
en tentoonstellingen van schilderstukken en teeke-
ningen.
Zanglust, Oefening kweekt kennis, Symphonia, zijn-
99
de deze vereenigingen ter bevordering van muziek en
zang.
Genootschap ter beoefening van natuurk. wetenschap
pen (Physica) en Kring voor wetenschappelijk onder
houd.
Polyhymnia, Vereeniging tot bevordering van uiter
lijke welsprekendheid.
Nederl. Maatschappij van tuinbouw en plantkunde
(afd. Zutphen.)
Eene „Vereeniging van garanten" stelt zich ten doel
alhier tooneelvoorstellingen en andere openbare ver
makelijkheden te doen houden.
Verder is alhier eene afdeeling der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen. Daaraan zijn verbonden even
wel onder een afzonderlijk bestuur, eene Volksleesbi
bliotheek, waarvan druk gebruik wordt gemaakt en
eene Volkszangschool, waarvan reeds onder V van dit
Hoofdstuk wordt gesproken.
HOOFDSTUK X.
Armwezen.
In het begin van 1891 was de strenge winter voor
de behoeftigen zeer ongunstig, doch in ruime mate
werd de nood gelenigd, hetzij door de Diaconie-bestu
ren, hetzij door particuliere liefdadigheid, welke vooral
bleek uit het verschaffen van voedsel aan allen die
zich daartoe aanmeldden.