4°
Staat der gemeenteschulden op 1 Januari 1891.
HOOFDSTUK V.
Gemeente-eigendommenwerken
en inrichtingen.
A. Gebouwen, eigendommen en inrichtingen, niet bestemd
voor den publieken dienst.
Deze zijn de navolgende
1. Een kelder onder het voormalig Wijnhuis, verhuurd
voor f 85,'sjaars.
2. Een kelder onder de gemeentewerkplaats, aan het
's Gravenhof, verhuurd voor 35,'sjaars.
3. Een woning aan het Oude Wand, verhuurd voor
f 512,'sjaars.
4. Het gebouw voor woning en koffiehuis, en
41
5. De Veestal bij de Veemarkt, verpacht voor
f 1231,'sjaars.
6. De woning, stallen en schuur op het Erve den
Brink, verpacht voor f 255,'sjaars.
7. De bad- en zweminrichting bovenstrooms en
8. De badinrichting benedenstrooms op de rivier de
IJssel.
9. De bad- en zweminrichting in de gracht aan den
Graaf Otto Singel.
10. Twee pakhuizen aan de IJsselkade bij de gasfa
briek, ieder verhuurd voor 50,'sjaars.
11Een pakhuis op de Rozegracht, verhuurd voor
f 30,-'s jaars.
12. De oude molenhuizen der watermolens.
De verschillende gebouwen en inrichtingen verkeeren
in goeden toestand, en werden naar behooren onder
houden, met uitzondering van de oude molenhuizen,
waaraanmet het oog op eene eerlang te nemen beslis
sing tot afbraak, geene onderhoudswerken werden verricht.
Van de rivierbaden vorderden de kuipen en drijftonnen
belangrijke herstelling en gedeeltelijke vernieuwing.
Van de volksbad- en zweminrichting bij den Graaf-
Otto Singel werd een zeer druk gebruik gemaakt, en
indien dit blijft aanhouden zal spoedig eene belang
rijke uitbreiding en vermeerdering der kleedkamers
noodzakelijk zijn.
Eenige leemten die zich bij het drukke gebruik deden
kennen, zullen zooveel mogelijk verbeterd worden.
In verband met de onderhandelingen met het Rijk
over de teruggave van enkele militaire gebouwen aan
de Rozegracht, en ter voorkoming van latere moeilijk
heden en groote kosten, werd het daarnaast gelegen en
Oorapr
drag vai
met op
jaar w
aai
Jaar.
onkelijk te-
elke schuld,
gave ran het
aarin zij is
igegaan.
Bedrag.
Bedrag van
elke schuld
op 1 Janua
ri 1891.
Bente
ten
honderd.
Bedrag der
rente van
elke schuld
voor 1891.
Bedrag van
elke geldlee-
ning gedu
rende het
vijfjarig tijd-
perk.
V ermeldir
aanleiding en het
doel der leening,
in kolom 6
opgegeven
g der
middelen tot
aflossing dier
leening
aangewezen.
1.
1886
2.
ƒ800000
3.
752000
4.
3°/o
5.
26320
6.
ƒ800000
7.
In 1886 genego-
tieerd om met de
opbrengst daarvan
alle vroeger door
de Gemeente aan
gegane leeningen
aftelossen.
8.
Alle inkom
sten der Ge
meente.