onderwijs, met het oog op de volledige split sing der 111° klasse in twee parallel-afdeelin- gen, en met toekenning, nu ook aan den derden genoemde, van eene toelage van 200, 'sjaars voor deze vermeerdering van werk zaamheden. Leerlingen. Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Januari 1890: In de Ie klasse 26 III0 37 Totaal "7, die, op 3 na, allen het volledig onderwijs genoten, en waaronder zich 4 vrouwelijke leerlingen bevonden. Tusschen 1 Januari en het einde van den Cursus 1889/90 vertrokken: uit de I0 kl. 1 leerl., die winkelbediende werd. IIe 2 waarvan 1 wegens ver andering van woonplaats, en 1die landbouwer werd. IIIe 3 waarvan x naar een kan toor ging, 1 zich op de muziek ging toeleggen, en 1 naar de Transvaal vertrok. IV0 1 die op een Kantoor ging. Totaal 7 leerl. f/IT 3 Op het einde van den Cursus waren alzoö 11 o leerlingen aanwezigwaarvan 97 in de vier onderste klassen. Van deze laatsten na men 93 deel aan de overgangs-examensge houden 7, 8, 9 en 10 Juli, en wel: van de Ie klasse 25 II0 24 UI0 32 IV0 12 Van hen werden bevorderd: van de Ie tot de II0 kl. 17, waarvan 4 na 2 jaar. tt II0 tt III0 n IS> 11 2 r> 2 tt III0 IV0 14, 3 tt 2 „en IV0 V0 9. Totaal 55 leerlingen. Bij het herexamen, gehouden 1 September, werden nog geschikt bevonden over te gaan van de Ie tot de IIe kl. 6, II0 IIIe 5, III0 IVe 9, waarvan 1 na 2 jaar. IV0 V0 4, 1 afwezig bij het vorig examen. Totaal 24 leerlingen. Alzoo in het geheel bevorderd 79 leerlingen. 2 II6 27 IV0 14 V0 13 1 tt 3 tt

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1890 | | pagina 59