met Dr. SNELTJES, de bedoelde woningen bezocht,
waaruit bleekdat de mesthoopen wel verder van de
woningen verplaatst warendoch dat geene termen
schijnen te bestaan om ze geheel te doen verwijderen.
Later zijn in die buurt geene nieuwe gevallen meer
voorgekomen.
De onaangename uitwasemingen, welke, in den
zomer vooralopstijgen uit de gracht bij de Buiten-
Sociëteit, waarin de gracht van het nieuwe Ziekenhuis
uitmondt, gaf aanleiding aan de Gezondheidscommissie
om den toestand aldaar te onderzoeken en middelen te
beramen tot verbetering, waartoe de Heeren TjEENK
WILLINK en Peteri in Commissie werden benoemd.
Hoewel vanwege het gemeentebestuur reeds een begin
was gemaakt met de uitdieping en reiniging der gracht
achter de Nieuwe Wandeling en het Slingerbosch, zoo
kwam dit der Commissie niet voldoende voor, daar
het vuildoor het riool van het Ziekenhuis aangevoerd,
wegens gebrek aan afwatering, zich niet kan verplaat
sen en de opeenliooping daarvan schadelijke uitwase
mingen moest veroorzaken.
De Gezondheidscommissie had dus de eer zich,
bij schrijven van 13 October 1890, No. 99 tot U te
wenden met een voorstel tot verbeterde afwatering.
Volgens haar oordeel zou daarin op weinig kostbare
wijze kunnen voorzien worden door herstelling van het
3
Sluisje aan de Nieuwe Wandeling, gepaard met uitdie
ping der gracht en der parallelsloot van het Staats
spoor, zoodat, door inlaten van het Berkelwater, eene
voldoende spuiing zou worden verkregenmet afwate
ring in de Polbeek. Tot hare voldoening ontving de
Commissiein antwoord op haar voorsteleen schrij
ven van Burgemeester en Wethouders, waarin bericht
werd, dat aan haar verzoek zou worden voldaan en
tot dat doel reeds gelden op de Begrooting uitgetrok
ken waren.
Naar aanleiding van de vergiftigingen, die zich
reeds meermalenen ook weder in het afgeloopen jaar,
hadden voorgedaan door het gebruik van verduurzaam
de levensmiddelen uit blikken bussen, werd door Dr.
SNIJDERS een onderzoek ingesteld naar het tingehalte
van levensmiddelen in dergelijke bussen. Daaruit bleek,
dat in enkele bussen een tingehalte voorkwam van
47 milligrammen op den geheelen inhoud. Hoewel
dit gehalte gering iskan het tochblijkens onderzoe
kingen van Dr. VAN Ha VEL ROOSbij langer bewaren
der bussen, toenemen en moet dus de wenschelijkheid
worden uitgesproken om dergelijke bussen niet langer
dan één jaar te bewaren, terwijl ook den leveranciers
wordt aanbevolen, de bussen niet langer dan één jaar
in voorraad te houden.
Met het oog op de invoering van Schoolbaden in
2