vorige jaarverslag werd verzondennog herhaald heb ben. De Commissie neemt dus de vrijheid op dit punt nogmaals uwe aandacht te vestigen. De tusschenkomst der Gezondheidscommissie werd in de maand Februari ingeroepen door Schoenmaker Tesink in de Lievenheersteeg, die zich had te beklagen over zijn buurman Brouwer, wegens het maken van een afdak op een plaatsjegrenzende aan zijne woning, waar door een slaapvertrek van lucht en licht werd beroofd en waaronder een konijnenhok, een beerton en allerlei vuile stoffen zouden bewaard worden. Eene bespreking en onderzoek ter plaatse hebben ten gevolge gehad, dat het een en ander verwijderd is, terwijl in het gemis aan licht door het aanbrengen van een paar glazen pan nen in het afdak kon worden voorzien. Overigens ech ter achtte de Commissie zich niet bevoegd hier tusschen beiden te treden. Door den Secretaris werd, op verzoek der politie, een monster boter onderzocht, dat verdacht werd kunstboter te bevatten. Het onderzoek bewees, dat geene verval- sching met kunstboter had plaats gehad, doch dat de boter door slechte bewerking een minder goed uiterlijk had en een eenigszins te hoog gehalte aan water en caseïne vertoonde. In de maand September werd den Secretaris door de 3 politic een monster Worst ter onderzoeking aangeboden, dat afkomstig was van eene hoeveelheid worst, die door de politie in beslag genomen was. Bepaalde schadelijke toevoegselen konden niet worden aangetoondhetgeen echter de mogelijkheid niet wegneemt, dat voor de be reiding der worst vleesch van minder goede qualiteit kon gebezigd zijn. Bij onze Commissie kwamen ook klachten in naar aanleiding van den stank, dien de Berkel verspreidde, tijdens de afsluiting voor het maken der keersluis bij den IJssel. De Heeren Sreltjes en Uiterwijk ont vingen van den Voorzitter de opdracht om den toestand in loco te onderzoeken en kwamen tot het besluit, dat verbetering mogelijk zou zijn, door gebruik te maken van de locomobile en het water door middel van gas buizen in den IJssel over te pompen. Door den Voor zitter is het gemeentebestuur er op gewezen, dat er zorg bestond voor den openbaren gezondheidstoestand en dat het noodig zou zijn bedoelden maatregel toe te passen. Daartegen bestonden echter bezwaren, terwijl overigens het werk in korten tijd geëindigd zou zijn. Door den Secretaris werd het water uit de waterlei ding onderzocht en bevonden nog steeds van goede hoe danigheid te zijn. Wel was het gehalte aan vaste stof en chloor eenigszins hooger dan bij de prise d'eau, doch 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1889 | | pagina 51