6 gewone werken plaats vonden respectievelijk bedroeg f 2888,98% f 1886,20 en f 1522,80. De Commissie wenscht verder evenals het vorige jaar i) bovenstaand door haar uitgebracht verslag, een paar opmerkingen te voegen met het oog op de toekomst, n e eerste plaats blijft de Commissie van oordeel dat de mestbergplaats in de Hoven moet opgeheven worden. Van af haar optreden heeft de commissie gemeend, dat in de eerste plaats moest gezorgd worden voor het be reiden van goede Compost en kan zulks niet anders geschieden dan op eene goed ingerichte mestbergplaats. Daar nu de mestbergplaats in de Hoven in een zeer onvoldoenden toestand is en het finantiëel te bezwarend is tweemestbergplaatsen te hebben, zoo besloot de ommissie van af 1 Januari 1889 in de Hoven geen Compost meer verkrijgbaar te stellen. In de tweede plaats moet de Commissie er op wijzen, dat door de uitbreiding van het rioolstelselvoor een gedeelte het gevolg van de uitbreiding der stad, één modderkar spoedig onvoldoende zal zijn voor het ledigen der riool- putten. b/moef I*" 1 JanUari 1890 Zal 6en m°dderkar m0G en komen en zal de exploitatiekosten hoo- ger maken. Yoor het ophalen van asch en vuilnis zal de stad, niettegenstaande.de uitbreiding, voorloopig nog n drie wijken verdeeld kunnen blijven en wel omdat de nieuwe verlengde Coehoornsingel het vervoer naar de mestbergplaats gemakkelijker zal maken. Overwe ging zal het echter verdienen de vuilniskarren grooter te maken en besloot de Commissie eene proef te nemen met grootere karren. In de derde plaats kwam bij de Commissie ter sprake of de wijze van sneeuwopruiming niet verbeterd zoude kunnen worden. Tot nu toe geschiedt de opruiming van sneeuw noch ten koste van, noch door de Gemeente reiniging. Yoor spoediger opruiming meent de Commis sie dat het wenschelijk is, dit onderdeel van de Gemeente reiniging, geheel en al onder toezicht van den opzichter bij de Gemeente-reiniging te doen plaats hebben. De kosten voor de Gemeente-reiniging zullen daardoor natuur lijk grooter worden, doch voor een gedeelte gedekt wor den, door mindere uitgaven op andere posten van de Gemeente-begrooting. De Commissie in zake Gemeente-reiniging. J. G. KLAASSEN. D. AY. v. ARDRINGA de KEMPERAER. F. X. J. van RISPEN. F. R. PERRINK.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1888 | | pagina 51