54 Op geregelde tijden des jaars werden ze met het daar voor bestemde personeel beproefd, en waar gebreken blijken te zijn, worden deze ten spoedigste hersteld. Er zijn in deze gemeente aanwezig (uitgezonderd één brandspuit van het Garnizoen, twee van de Zutphensche Brand Assurantie-Maatschappij en de vaste Aanjager aan den Reinmakershoekdie volgens contract aan het Gar nizoen is overgegaanacht brandspuitenwaarvan drie als vervoerbare aanjagers dienst doen; daarenboven drie vaste aanjagers en een reserve-spuit, met reserve-vervoer baren aanjager. Voorts 5 stel brandladders, 1 redding ladder met reddingtoestel, 1 springzeil en 1 reserve wagen. Het Personeel der brandweer bestaat uit: 12 Opper- brandmeesters, 27 Brandmeesters, 18 Pijpmeesters21 Lantaarn- of Fakkeldragers, en circa 400 Manschappen onder bevel van een Generalen Brandmeester en twee Adjuncten, behoudens het opperbevel van den Burge meester, overeenkomstig art. 189 der Gemeentewet. De Gemeente bleef in het afgeloopen jaar gelukkig van brand en andere rampen verschoond. De straatverlichting geschiedde door gas uit de Ge meente-gasfabriek. Persoonlijke diensten tot handhaving der openbare orde in het algemeen belang, werden van de inwoners niet gevorderd. 55 HOOFDSTUK VII. iNationale Militie en Schutterij. a. Nationale Militie. Aandeel der gemeente in de lichting39 Ingeschrevenen in de gemeente, waarnaar het aan deel is berekend133 Ingelijfd en bij de landmilitie38 Ingelijfden bij de zeemilitie1 Ij. Schutterij. Werkelijke sterkte der schutterij in de gemeente: Actief273 Reserve306 Te zamen .579 Actieve sterkte der schutterij bij de wet gevorderd 273 Sterkte van den eersten ban der schutterij. Actief202 Reserve290 Te zamen 492 In deze gemeente zijn gevestigd een viertal Scherp schutters vereenigingendie als zoodanig door den Ko ning zijn erkend, overeenkomstig het Kon. Besl. van 12 Mei 1867, (Stbl. no. 49). Te zamen tellen zij on geveer 122 leden. De oefeningen hadden regelmatig plaats.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1888 | | pagina 29