iy£ 2 Do uitslag van deze examens is niet zoo gunstig als een vorig jaar, toen er 51 werden bevorderd en slechts niet. Wij weten met of de leerlingen soms gedacht hebben dat, nu het aantal niet bevorderden zoo gering was, zij minder degelijk behoefden te werken en toch wel bevorderd zouden worden, maar zooveel is zeker dat bij de meesten die niet slaagdengebrek aan ijverig en oplettend werken de oorzaak was, dat zij nog één jaar in dezelfde klasse moeten doorbrengen. Hoewel niet kan beweerd worden, dat alhier te veel van de werkkrachten van de leerlingen gevergd wordt, zoo moet toch het geheele jaar door ijverig en geregeld gewerkt worden, wil men aan het einde van den Cursus niet bedrogen uitkomen. Meer en meer blijkt het, dat het niet wel mogelijk is ten volle te voldoen bij het onderwijs in de Wiskunde aan de daarvoor in het leerplan gestelde eischen, het beperkt aantal uren in aanmerking genomen, die beschik baar zijn voor dit vak; vooral in die klassen, die door een betrekkelijk groot aantal leerlingen bezocht worden, is het niet wel mogelijk om in één jaar al de juiste voor dat jaar in het leerplan aangegeven onderdeelen, althans met vrucht, te behandelen. Daar nu, ten minste voor hen, die Diploma A wenschen te verkrijgen en dat is verreweg het grootste aantal der leerlingen' het onderwijs in de Wiskunde niet strekt om het geleer de later meer direct in praktijk te brengen, maar veeleer tot verscherping van verstand en denkvermogen, wordt door ons de voorkeur gegeven er op te letten, dat de leerlingen hetgeen zij geleerd hebben, kennen, dan dat wij den betrokken leeraar er een verwijt van zouden kunnen maken, dat door hem niet de geheele leerstof, 3 zoo als die volgens het leerplan voor een bepaald jaar is opgegevenis behandelddaar liij en terechtmet ons de voorkeur geeft aan het multum, niet aan multa. Uit de toelatingsexamens van die jongelieden, die reeds elders een Gymnasium hadden bezocht, blijkt ons, dat ons Gymnasium niet het eenige is, waar het leerplan in dit opzicht niet ten volle tot zijn recht komt- Wij meenen echter hierbij te moeten opmerken, dat in vorige jaren wel eens geklaagd is, dat de vorderingen in de rekenkunde van hen, die tot de eerste klasse waren toegelaten soms gering waren, althans dat het geleerde er zeer weinig vast in zat, zoodat van den toch reeds beperkten tijd, nog een deel moest gewijd worden aan het behandelen van zaken, die meer eigen aardig op de Lagere School te huis belmoren. Yoor de toelatingsexamens in Julij en September hadden zich aangemeld 14 jongelieden en wel: 1 voor de 3e klasse3 voor de 2° en 10 voor de le. Allen werden toegelaten uitgezonderd 1 voor de le klasse. Wat de toelatingsexamens betreft kunnen wij mel den dat het iets gunstiger gesteld is met de mate van kennis en ontwikkeling van lien, die zich voor de le klasse aanmeldendan eenige jaren geleden. Wij hopen dat deze aanvankelijke, al zij het dan ook geringe, ver andering ten goede eene blijvende en voortgaande zal zijn. Wellicht dat alsdan ook het aantal van hen, die langer dan zes jaren op het Gymnasium moeten blijven, zal verminderen. Dat aantal toch is nog al bijzonder groot. In 1878 (het eerste jaar waarin het Gymnasium volgens de nieuwe wet werd ingericht) werden tot de D klasse toegelaten 8 leerlingen, in 1879, 13 en in 1880, 7. Van deze 28 leerlingen hebben slecht 8 in

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1886 | | pagina 80