f?
4
Het onderwijs aan deze leerlingen wordt ge
geven één avond per week, het geheele jaar
door (buiten de vacantiën.)
Volgens de vroegere inrichting bestond ge
legenheid tot het ontvangen van onderwijs in
het zoogenaamde modelmaken voor de leerlin
gen der Burgeravondschool 4° klasse.
Het onderricht werd gegeven onder de lei
ding van de Heeren Peteri en Uitekwijk (in
aansluiting met het voortgezet teekenonderwijs
aan de Burgeravondschool) bijgestaan door den
onderwijzer in het timmerenenz. J. Kosters;
het werd gegeven van September tot Paschen
één avond per week, gedurende 3 uur.
Op 1 Januari 1885 waren nog een zestal
leerlingen aanwezig, die van dit onderwijs ge
bruik maakten.
Ofschoon de Heeren Peteri en Uiterwijk
bij de inwerkingstelling van het Reglement
voor de Werkschool meenden zich te mogen
onttrekken aan het verder geven van onderwijs
op de bovenbedoelde wijze, kon echter de les
met medewerking van laatstgenoemden nog ge
regeld worden voortgezet, totdat zij door het
vertrek der leerlingen hetgeen achtereen
volgens in de eerste maanden van het jaar
plaats vond - met Paschen kon worden op
geheven.
Volgens het tegenwoordig Reglement bestaat
alleen gelegenheid tot het ontvangen van on
derwijs in het modelmaken voor hen die de
5
eigenlijke cursus de Werkschool met vrucht
doorloopen hebbenterwijl het gegeven zou
worden één avond per week van November
tot Paschengedurende 3 uur.
Door modelmaken moet hier verstaan wor
den het maken van timmerconstructiën op
kleinere schaal, in verband met voortgezet
bouwkundig teekenonderwijs.
Het getal der jongelingen die in de termen zou
den kunnen vallen thans van deze les gebruik
te maken, is uit den aard der zaak hoogst
beperkt en toen dan ook in het najaar belang
hebbenden werden uitgenoodigd zich daarvoor
aan te melden bleef die oproeping onbeantwoord.
Naar het oordeel van het Bestuur behoeft
men zich over dezen uitslag, die trouwens te
verwachten was, niet te bedroeven.
Wordt het onderwijs op de Werkschool ge
geven zooals het Bestuur vermeent dat het
gegeven moet wordenis de cursus van drie
jaren voor het practische gedeelte van het
handweik voldoende en kan er althans geen
groote behoefte meer bestaan aan het onder
richt in het zoogenaamde modelmaken, dat
niet anders is dan voortgezet onderwijs in het
practisch gedeelte van het timmervak.
Iets anders is het met het voortgezet tee
kenonderwijs; de behoefte daaraan zal wel steeds
blijven bestaan, zooals trouwens de ondervin
ding op vele andere plaatsen overvloedig heeft
aangetoond.