2
noemden tot Voorzitter en den daaropvolgenden
tot Secretaris-Penningmeester, zoodat het Be
stuur op den bepaalden tijd zijne taak kon
aanvaarden.
Leerplan. Een der eerste zorgen van het nieuwe Be
stuur is geweest het vaststellen en invoeren
van een leerplan voor het onderwijs in het
timmeren en meubelmaken (zie bijlage A).
Daarbij is te rade gegaan met hetgeen de
ondervinding elders heeft geleerdmeer in het
bijzonder heeft tot voorbeeld gestrekt het leer
plan van de Ambachtsschool te Arnhemwelke
inrichting in het begin van het jaar door het
Bestuur is bezocht.
Tevens is op een bescheiden schaal een be
gin gemaakt met het lijnteekenenomdat naai
de meening van het Bestuur het onderwijs in
het handwerk geen duurzame vruchten kan
dragen indien het niet hand aan hand gaat
met het bedoelde teekenonderwijs.
Door bovenstaande maatregelen is het on
derwijs aan de Werkschool eenigermate van
aard veranderd, terwijl er overigens naar ge
streefd is de veranderingen geleidelijk en zon
der schokken in te voeren.
Leerlingen. De cursus 1884/85 was oorspronkelijk aan
gevangen met 10 niet betalende leerlingen,
zijnde de leerlingen bedoeld in Art. 1 van het
Reglement.
Dit getal onderging nog in 1884 eene be
langrijke vermindering door het vertrek van
3
drie leerlingen, alle drie wegens verandering
van woonplaats.
Op 1 Januari 1885 waren dus nog aanwezig
7 niet betalende leerlingenalle voor het tim
meren.
In den loop van het jaar verlieten 4 dezer
leerlingen de Werkschool.
Twee hunner A. J. de Wilde en J T.
Moeren werden eervol ontslagen, na gedu
rende 4 en 3J jaar de Werkschool trouw te
hebben bezocht.
Bij hun vertrek kon hun, overeenkomstig
art. 15 van het Reglement, een stel gereed
schappen worden uitgereikt.
De aanleiding tot het vertrek der beide an
dere leerlingen was van anderen aard.
Een hunner verliet de school wegens tegen
zin in het onderwijs en de andere wegens
ontevredenheid van den vader over het onder
wijs aan de Werkschool.
In den loop van het jaar werden vier nieuwe
leerlingen toegelatenalle voor het timmeren.
Op het einde van het jaar waren dus 7 niet
betalende leerlingen op de school aanwezig
voor het timmeren, terwijl voor het meubel
maken geen leerlingen waren.
De cursus 1884—1885 voor betalende leer
lingen, als bedoeld in art. 2 sub. a van het
Reglement werd door 13 leerlingen gevolgd.
De cursus 1885—1886 werd in September
met een even groot getal leerlingen geopend.