indien ze de akte van hulponderwijzer bezitten en
dus 6 a 7 honderd gulden kunnen verdienen
4e hebben enkelen te weinig energie om de lessen te
blijven volgen en daarvoor te werkenzooals dit ge
vorderd wordt.
Alle leeraren n.l. zijn boe langer boe meer tot de
overtuiging gekomen, dat de Cursus in de eerste plaats
moet dienen om leiding te geven aan de studie der on
derwijzers. Veel moet er verklaard en toegelicht wor
den, maar nog meer moet de onderwijzer zelf zoeken.
Hij moet zich voorbereiden voor do lessen en uitwerken,
wat hem daar uiteengezet wordt. Geheel hebben de
leeraren dan ook den weg van „doceeren" verlaten.
Verklaren en ondervragen, bet maken van schriftelijk
werk wisselen elkander af. De vruchten van deze ma
nier van onderwijzen meenen alle leeraren, dat niet uit
gebleven zijn, al hebben de examens voor de hoofdakte
in dezen zomer die nu niet zoo bepaald aangewezen.
Alleen de Heer Hietink bekwam de akte als hoofdon
derwijzer; een klein getal der andere deelnemers waagde
zich te vergeefs aan het onderzoek.
Een bezwaar voor de goede resultaten van den Cursus
blijft altijd de ongelijke trap van ontwikkeling der ver
schillende deelnemers. Enkelen zijn goed onderlegd en
geven blijken van een helder verstand. Anderen daar
entegen weten niet alleen weinig, maar missen de gave
om hunne gedachten in duidelijke bewoordingen te bren
gen en juiste conclusiën te trekken. Hun ontbreekt
veelal algemeene ontwikkeling en beschaving, de lust
tot ernstige inspanning en degelijke studie, en dit gemis
wekt wel eens het vermoeden, dat hunne geschiktheid
in de school niet zeer groot zal zijn, en de examens
voor de hulpakte niet altijd voldoende waarborg geven
dat bekwame en met aanleg begaafde jongelieden de on
derwijzerswereld binnen treden.
De leeraren zijn tengevolge hiervan van zelf gedron
gen geworden het onderwijs eenvoudig, soms zeer een
voudig in te richten.
Eene splitsing van den Cursus in 2 klassen (meer- en
mingevorderden) zou het bovengenoemde bezwaar eenig-
zins opheffenevenwel zijn aan deze verandering zoovele
moeilijkheden verbonden, dat geen der leeraren vooreerst
durft voorstellen daartoe over te gaan.
Over 't algemeen werden de lossen getrouw bijgewoond.
Die van Maandag en Woensdag avond misten, vooral
bij slecht weer, wel eens een bezoeker van buiten, iets,
waaraan door eene andere regeling der lesuren hoogst
moeilijk kan te gemoet gekomen worden.
Indien nu in 't kort wordt samengevatwat van den
toestand en de uitkomsten van den Cursus in het afge-
loopen jaar kan gezegd worden, dan zal 't dit zijn:
De toestand van den Cursus was tamelijk bevredigend;
de bezoekers, hoewel betrekkelijk klein in getal, toon
den voor een deel althansambitie en kwamen getrouw
opdoor eenigen hunner werd gewerkt en gestudeerd
en blijkbaar veel waarde gehecht aan 't geen de lessen
hun gaven.
De uitkomsten zijn zoo niet met den vinger aan te
wijzen: vertrek van sommige deelnemers, die door an
dere werden vervangen, heeft daarop zeer zeker niet
gunstig gewerkt, evenmin als de ongelijke trap van ont
wikkeling; en toch meenen alle leeraren te mogen
beweren, dat er met vrucht onderwezen is en dat de
scholen, waaraan de deelnemers verbonden zijn, den