80 In het afgeloopen jaar werden de volgende concessien verleend aan M. Vromen, tot oprigting eener huidenzouterij aan D. Spanjer, tot liet oprigten van eene bewaarplaats van huiden, lompen en beenderen in zijn pakhuis; aan C. Stolp, tot het oprigten van eene bewaarplaats tot berging van buskruid aan J. Geerlingstot oprigting eener darmenzouterij aan W. Meijerink, tot oprigting eener smederij; aan AJ. van Gelder, tot oprigting eener slagerij; aan J. Roetcrs van Lennep, Directeur der Zutphensche Broodfabriek" tot oprigting eener Stoombroodfa- briek en Korenmolen; aan Gebr. Hamburgvoorheen A. D. Hamburgtot het gebruiken van een stal als slagtplaats; aan G. T. Ketjen en Co. te Amsterdam, tot vervaardi- diging van zwavelzure ammoniac uit gaswater, in een loods op den houtwal;, aan G. Hendriks, tot berging van oen vat petroleum in zijn woonhuis. Het getal inrigtingcnwaar krachtens vergunning sterke drank in het klein wordt verkocht, bedroeg bij het einde des jaars 103. Wegens vergunningsregt heeft de gemeente f 5115,ontvangen. Tentoonstellingen van fabrieksnijverheid werden niet gehouden. b. Verveening bestaat in deze Gemeente niet. e. Visscherij. De opbrengst bij den afslag van aangevoelde zee- en riviervisch bedroeg in 1884 f 12406,95. 81 III. Handel en Scheepvaart. a. Binnenlandsche handel. Deze bepaalde zich hoofdzakelijk tot den uitvoer van Wijn, Gedistilleerd, Papier, Meel en Spek. De handel in ijzer was toenemende en het debiet van steenkolen bleef zich handhaven. De houthandel verkeert in minder gunstigen toestand. De veemarkten werden druk bezocht. De handel in paarden is alhier van weinig beteekonis en op den aanfok legt men zich niet toe. De handel in runderen evenwel nam in het afgeloopen jaar toe, en tot bevordering van dien handel werd door den Raad, in zijne vergadering' van 6 October 1884, aangenomen het plan tot het maken eener veemarkt op het terrein bij de Noorderhaven. De Botermarkt alhier kan niet onbelangrijk genoemd worden en geeft steeds vooruitzigt op meerderen bloei. b. Builenlandsche handel. De buitenlandsche handel, hoe gering ook in verge lijking met dien van groote koopstedenis niet onbe langrijk. c. Scheepvaart langs de rivierenkanalen en vaarten. Het aantal middelen van vervoer te water is in 1884 ongeveer op dezelfde hoogte gebleven als in 1883. Nieuwe Stoombooten zijn niet in de vaart gebragt. In den dienst der Stoombooten, werd behoorlijk voor- 6

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1884 | | pagina 42