54 derwijs en een voor 't onderwijs in den zang, aan on geveer 55 leerlingen onderrigt gegeven. De Gemeente-bewaarscholen waarvan het doel strekt de ouders te gemoet te komen in de zorg voor hunne kinderen gedurende het dagwerk, de zedelijke, verstan delijke en ligchamelijke krachten der kinderen te ont wikkelen, hun reeds vroeg aan orde, reinheid, en een betamelijk gedrag te gewennen, en aldus voor te berei den, om de lagere scholen met vrucht te kunnen bij wonen zijn drie in getal: eene voor den meer gegoeden stand met ééne hoofonder- wijzeres en 2 helpsters, waarop 98 kinderen; aan deze school is eene handwerkschool verbondenwel ke door circa 50 leerlingen werd bezocht. eene voor betalenden en niet betalenden met ééne hoofd onderwijzeres en 10 helpsters, waarop 420 kinde ren en eene voor betalenden en niet betalenden (in de Iioven), met ééne hoofdonderwijzeres en twee helpsters, waar op 105 kinderen. Verder bestaat hier eene bijzondere bewaarschool voor R. C., tellende 247 kinderen; aan het hoofd van die school staat eene hoofdonderwijzeres, bijgestaan door 2 helpsters. De Commissie voor de Gemeentelijke Bewaarscholen, waarvan het jaarverslag hierna als bijlage G volgt, be staat uit negen ledenr aïs: drie mannelijke personen, waarvan een lid uit den Gemeenteraaddie voorzitter wijl de beide anderen de betrekking van Secretaris en Penningmeester beklceden, en uit zes vrouwelijke per sonen, die in het bijzonder belast zijn met het toezigt 55 op de onderwijzeressen en het dienstpersoneel, alsmede op de orde en reinheid in de scholen. De loden worden op eene aanbeveling der Commissie van minstens twee personen voor elke vacaturedoor Burgemeester en Wethouders benoemd. Het lid van den Gemeenteraad, dat voorzit, wordt zonder aanbeve ling benoemd. De benoeming geschiedt voor den tijd van zes jaren; de aftreding heeft plaats volgens een daarvan op te ma ken rooster. De Commissie bezoekt de scholen ten minste viermaal 'sjaars, hetzij gezamenlijk, hetzij door eenige leden uit haar midden. Zij doet alle zulke voorstellen, welke zij in het belang dor Bewaarscholen nuttig of noodig acht en zendt aan den Gemeenteraad jaarljjks voor 1 Maart, een omstandig verslag van den toestand in het afgeloopen jaar. De begrooting der vermoedelijke inkomsten en uitga ven, wordt door de Commissie met de noodige inlichtin gen en bescheiden, jaarlijks zes maanden vóór den aan vang van het jaar waarvoor zij moet dienen, aan Bur gemeester en Wethouders aangeboden. De begrooting is naar voorschriften, door Burgemees ter Wethouders te geven, ingerigt. Yan de inkomsten en uitgaven wordt door de Com missie over elk dienstjaar verantwoording aan den Raad gedaan. Do rekening wordt met alle daarbij behoorende be scheiden en met vermelding van hetgeen de Commissie ter harer verantwoording dienstig acht, aan den Raad overgelegd binnen drie maanden na afloop van het jaar, waartoe zij betrekking heeft.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1884 | | pagina 29