46
HOOFDSTUK VII
Kerkelijke zaken.
Het getal der alhier bestaande Kerkgenootschappen is
6, als:
de Nederduitsche Hervormde gemeente, met 5 leeraren
en 2 kerkgebouwen;
de Evangelisch Luthersche gemeente, met 1 leeraar en
1 kerkgebouw;
de Doopsgezinde gemeente, met 1 leeraar en 1 kerkge
bouw;
de Christelijk Gereformeerde gemeentemet 1 leeraar en
1 kerkgebouw;
de Roomsch-Katholieke gemeente, met 1 pastoor, 2 ka-
pellaans en 1 kerkgebouw;
de Nederduitsch-Israëlitische gemeente, met 1 voorganger
en 1 kerkgebouw.
Waalsch Hervormde- en Oud-Hoomsche gemeenten be
staan alhier niet.
Door de gemeente werden geene uitgaven gedaan voor
den openbaren eeredienstnoch subsidiën voor den bouw
van kerken en pastoriënof toelagen aan predikanten
pastoor of kapellaans verleend.
Krachtens magtiging is door het Roomscli-Katholiek
Armbestuur een legaat aanvaard groot f 500,ver
maakt door wijlen M. Emondt, Wed. J. Wensinck.
47
HOOFDSTUK IX.
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Bij het begin van dit Hoofdstuk is het ons aangenaam
te kunnen mededeelen, dat de toestand van het Lager
Onderwijs in deze Gemeente van dien aard is, dat hij
over het algemeen bevredigend is te noemen. In de
vacatures ontstaan door vertrek, is even als vorige jaren
naar behooren voorzien.
In Uwe vergadering van 5 Februarij werd een Regle
ment vastgesteld voor den op te rigten Cursus ter op
leiding van Hoofdonderwijzers en Hoofdonderwijzeressen
in deze Gemeente, waarbij o.m. werd bepaald:
1. dat de Cursus zal worden gehouden in een door den
Gemeenteraad aan te wijzen lokaal. Dit lokaal wordt,
verwarmd en verlicht, kosteloos ten behoeve van
den Cursus afgestaan;
2. dat ter gemoetkoming in de kosten door de Gemeente
buiten hetgeen sub. 1 is vermeld, jaarlijks een sub
sidie van hoogstens f 300,zal worden verleend.
3. dat de leeraren door den Gemeenteraad, op voor-
dregt van Burgemeester en Wethouders, de Districts-
en Arrondissements-Schoolopzieners gehoord, worden
benoemd
4. dat het onderwijs zal worden gegeven in een' twee
jarigen cursus;
5. dat niemand tot den Cursus kan worden toegelaten,
die niet in het bezit is der acte van Onderwijzer
of Onderwijzeres;
6. dat ieder, die gedurende een vol jaar van den Cur-