130
werd, op verzoek der commissie Kosters, door
het Dag. Bestuur gemachtigd zich uitsluitend
aan de Ambachtsschool te wijden, en werd tij
delijk het Amanuensisschap door een leerling
dier school vervuld. Voor zijne buitengewone
diensten in de groote vacantie kreeg Kostees
eene vergoeding, en verder toezegging dat zijn
traktement met 1 Jan. 1882 zou verhoogd wor
den. Tot definitieven Amanuensis werd daarop
12 Sept. J. Moehee Jzn. benoemd, zooals ho
ven vermeld is. Zoo is dan nu de Ambachts
school op beteren grondslag dan vroeger ge
vestigder ontbreekt nu nog slechts eene
geschikte lokaliteit, want de thans in gebruik
zijnde laat in alle opzichten te wenschen overig,
en is ook veel te klein om allen die eene plaat
sing verlangen, op te nemen.
Het getal toch der leerlingen, die kunnen
geplaatst worden, en ook inderdaad geplaatst
zijn, is slechts 14. Door ontruiming van het
stedelijk gebouw, waarin het Gymnasium tijde-
delijk gevestigd is, komt wellicht eene goede
gelegenheid voor de Ambachtsschool open.
Met niet minder lust en opgewektheid wordt
ook de Werkschoot bezocht door lien, die een
avond per week, tegen afzonderlijke betaling,
onderricht in het timmeren enz. wenschen te
verkrijgen. Het getal van 14 plaatsen was ook
daar het gansche jaar door bezet. Bij het begin
van den nieuwen cursus bevonden zich onder
hen 7 leerlingen der H. B. School en 7 leer
lingen van het Gymnasium. Zooals vroeger be
paald is, wordt ook dit onderwijs door Kostees
alleen gegeven.
131
Commissie In het vorig Verslag is reeds gemeld dat
vanToezicht.de Heer A. A. J. Qüanjer, den 7 Febr. be
noemd is tot lid der commissie, ter vervanging
van den Heer A. W. J. Zubli, vertrokken.
Ook de HH. A. M. K. W. Baeon van Itter-
sum en G. J. de Sitter moesten wegens vertrek
uit de gemeente hun ontslag nemen. In de
plaats des eersten werd 7 Nov. benoemd de
Heer Jhe. W. H. F. H. van Radeiis, en in
de plaats des tweeden, den 5 Dec., de Heer
G. T. Bruijn. Volgens den rooster van aftre
ding moesten uit0. Dec. aftreden de H. H.
Henny van Rhijn, Luijken Glashorst en
van Baders doch in de raadsvergadering van
5 Dec. werden allen opnieuw benoemd, en de
herbenoeming werd ook door hen allen aange
nomen. Door het vertrek van den Heer de
Sitter kwam het Secretariaat vacant, dat in-
tusschen door den Heer Quanjer tijdelijk werd
aanvaard.
Zütphen, 1 Februari 1882.
De Commissie van Toezicht op het Mid
delbaar Onderwijs te Zutphen,
Ch. M. HENNY,
President.
QUANJER,
Secretaris.