108 in de Nederlandsche en Hoogduitsche talen, de Heer P. Fockens, leeraar aan bet progymnasium te Amersfoort, en op 19 September tot leeraar in de Natuurlijke Historie, Dr. M. A. Brants. Nadat door den gemeenteraad besloten was dat aan de leerlingen der 5e en 6e klasse, voor zooverre deze zulks verlangden, onderwijs in de Hebreeuwsche taal zou gege ven worden, werd dit onderwijs op G September opgedragen aan den Rector Dr. A. G. Kok, terwijl op dienzelfden dag bet onderwijs in de Natuur- en Scheikunde werd opgedra gen aan den Heer Dr. B. Cl. Goudsmit, leeraar aan de Hoogere Burgerschool alhier. Deze bedankte voor die be trekking wegens de daaraan verbonden, volgens zijne mee ning onvoldoende, toelage. Toen echter, nadat wij ons tot den gemeenteraad hadden gewend met het verzoek de toelage te verhoogen, de Raad meende te moeten blijven volhouden bij zijn vroeger besluit, verklaarde Dr. Goudsmit, op verzoek van Burgemeester en Wethouders, zich bèreid om gedurende één jaar gemeld onderwijs voor de vastge stelde toelage te geven. Alsnu was het getal leeraren die aan het gymnasium werkzaam moesten zijn, geheel compleet, doch het duurde niet lang of wij geraakten weder in nieuwe moeijelijkheden. Dr. VV. J. Janssen, die reeds in het najaar wegens den slechten staat zijner gezondheid voor eenigen tijd zijne lessen had moeten staken, zag zich tot ons leedwezen ver- pligt, wegens ziekte een onbepaald verlof aan te vragen, hetwelk hem op 6 December werd verleend. Het kostte veel moeite iemand te vinden aan wien tijdelijk het onder wijs in de Wiskunde kon worden opgedragen. Aanvanke lijk meenden wij spoedig en goed geslaagd te zijn. De heer H. J. Hardeman, O. 1. ambtenaar met verlof, laatst Directeur der Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus, te Samarang, was bereid terstond de opengevallen plaats 109 van Dr. Janssen in te nemen. De Inspecteur der gymnasia meldde ons echter, dat hij den Minister van Binnenland- sche Zaken niet zou kunnen adviseren de eventueële be noeming van dien heer goed te keuren, dewijl gemelde heer slechts in het bezit was van eene acte voor het mid delbaar onderwijs K. V. Op de gymnasia toch mag Wis kunde wel gedoceerd worden door hen, die bevoegd zijn dit vak te doceeren op eene Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus, maar volgens de wet op het middelbaar onderwijs zijn bezitters van eene acte K. V. tot dit laatste onbevoegd. Bij het doen van onze voordragt meenden wij echter dat voor deze tijdelijke waarneming van een leervak, welligt dezelfde wetsovertreding of ruime wetsinterpretatie zou kunnen worden toegelaten die oogluikend steeds wordt toegelaten bij Hoogere Burgerscholen met vijfjarigen cursus. Op 18 December jl. konden wij aan den Raad voorstel len de Heeren A. A. Beekman en Dr. J. M. Smit res pectievelijk leeraren aan de Hoogere Burgerscholen te Zutphen en te Apeldoorn, tijdelijk te belasten met het onder wijs in de wiskunde aan het Gymnasium. In het jaar 1881 werd echter nog geene benoeming gedaan. De Rector en de leeraren kweten zich dit jaar met ijver van hun taak en werkten aldus mede om den goeden naam van ons Gymnasium te handhaven. Om te voorzien in de bij den aanvang van het jaar be staande vacature in het Collegie van Curatoren werd door den Raad op 7 Januari benoemd tot Curator de Heer Mr. R. A. Fockema, die kort daarop in ons midden zit ting nam. Over den toestand van de leermiddelen en van het ge bouw, waarin het onderwijs werd gegeven, valt niet veel te vermelden. Zoo ver de middelen het toelieten hebben wij in de meest noodige behoeften voorzien, terwijl nog

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1881 | | pagina 56