90
Nieuw ingevoerde werktuigen zijn ons niet bekend.
De navolgende concessiën werden in het afgeloopen jaar
verleend
aan J. Breukelaar, tot oprigting eener smederij
aan R. Russink, als boven
aan H. R. Derksen, tot oprigting eener fabriek van
aardewerk
aan F. C. Gunther, tot oprigting eener fijn-smederij
aan E. Wijers, tot oprigting eener stoom-tabakskerverij
aan F. G. Remmelink, tot oprigting eener smederij
aan J. A. Dolleman, tot oprigting eener broodbakkerij
aan N. A. Veldhuis, tot oprigting eener koper- en blik
slagerij
aan J. W. de Weerd, tot oprigting eener bakkerij
aan de Geldersche Stoomsleepreederij te Arnhem, ver
lenging der concessie dd. 14 December 1880 tot oprigting
eener smederij.
Tentoonstellingen van fabrieknij verheid werden niet ge
houden.
b. Verveening bestaat in deze gemeente niet.
c. Visscherij.
De opbrengst bij den afslag van aangevoerde zee- en
riviervisch bedroeg in 1881 f 15264,62.
III. Handel en scheepvaart.
a. Binnenlandsche handel.
Deze bepaalde zich hoofdzakelijk tot den uitvoer van
Wijn, Gedistilleerd, Papier, Meel en Spek. De handel in
IJzer was toenemende en het debiet van steenkolen bleef
zich handhaven.
De Houthandel onderging geene merkbare verandering,
Kleinhandel en winkelnering waren voldoende.
De Veemarkten werden druk bezocht.
De Wras- en doekmarkten hadden ruim debiet.
91
De Botermarkt alhier kan niet onbelangrijk worden ge
noemd en geeft vooruitzigt op meerderen bloei.
b. Buitenlandsche handel.
De invoer van Graan was aanzienlijk.
Evenzoo de uitvoer van Wijnen, Gedistilleerd, Papier
en Spek.
c. Scheepvaart langs de rivierenkanalen en vaarten.
Het aantal den IJssel bevarende schepen, die te Zutphen
laadden en losten (de vroegere beurtschepen daaronder
begrepen), is dit jaar aanmerkelijk toegenomen.
In 1881 werden aan den IJssel gelost 1808, geladen 817 sch
1880 1036, 508
1879 1032, 469
1878 904, 422
1877 978, 451
Het getal schepen, die de Berkel bevaren, is moeijelijk
op te geven. De vaart aldaar wordt van jaar tot jaar
minder en zal hoogstwaarschijnlijk na verloop van eenigen
tijd opgehouden hebben te bestaan. Dat die vaart in kwij
nenden toestand verkeert, moet toegeschreven worden aan
het spoorwegverkeer in de Graafschap-.
Wij laten hier volgen twee staten die een overzigt geven
van de aangebrachte en verzonden goederen met Stoom-
booten en particuliere schepen.