Gymnasium maar de school voor uitgebreid lager onderwijs is de plaats waar dat onderwezen en geleerd moet worden. De bewerking der breuken, het zoeken van bet kleinst gemeen veelvoud en den grootst gemeenen deeler, bet metrieke stelsel moeten door de jongelieden goed gekend en begrepen worden, gepaard met bedrevenheid in bet oplossen van vraagstukken op het bovengenoemde betrek king hebbende, alvorens zij tot de lessen van bet Gymnasium kunnen toegelaten worden. Bij bet toelatings-examen in September j.l. zijn dan ook afgewezen zij die blijken gaven daarin niet genoeg ervaren te zijn. Hieraan is welligt toe te schrijven dat de resultaten van bet onderwijs in wiskunde in de eerste klassewat de nieuwe aangekomen leerlingen betreft, op eene enkele uitzondering na, sedert den aanvang van den nieuwen cursus gunstig mogen genoemd worden, terwijl dit het geval niet is bij ben die, na in September 1.1. niet tot de tweede klasse te zijn bevorderd, voor de tweede maal dat onderwijs in de eerste klasse bijwonen. Wij wenscben dan ook te blijven voortgaan om bij bet toelatings-examen in de verschillende vakken niet te hooge eiscben te stellen, maar wel te vorderen dat de jonge lieden blijken geven het weinige dat gevorderd wordt goed te kennen en te begrijpen. Ook dan zal bet nog wel eens later blijken dat eenige leerlingen de noodige vermogens of den goeden wil missen om den zesjarigen cursus ongestoord tot bet einde te doorloopen, maar wij vertrouwen dat het aantal van ben die onvoorwaardelijk tot eene hoogere klasse kunnen bevorderd worden grooter zal worden. Veel zou hiertoe ook bijdragen, indien de ouders wilden gaan inzien dat er geen voordeel in gelegen is om hunne zoons zoo jong mogelijk op bet Gymnasium geplaatst te zien, maar dat bet integendeel voor dezen zeer schadelijk 77 is aldaar te komen, voordat zij pbysiek en intellectueel genoeg ontwikkeld zijn om het daar gegeven onderwijs met vrucht te volgen. In bet College van Curatoren ontstond eene vacature. Dr. D. H. Ort, die volgens onzen rooster dit jaar moest aftredenmeldde onstot ons leedwezendat bij zich genoodzaakt zag ons te verzoeken voor eene herbenoeming niet meer in aanmerking te komen, dewijl zijne drukke practijk hem verhinderde de aan de betrekking van Cura tor verbonden werkzaamheden geregeld te vervullen. Hierop werd door U in uwe vergadering van 13 September jl. uit onze voordragt, tot Curator benoemd de beer mr. R. A. Fockema, die echter wegens zijn spoedig op banden zijnde vertrek uit de stad, voor die betrekking bedankte. Toen hij later besloot zich bier met der woon te blijven vestigen, werd hij bij den aanvang dezes jaars andermaal benoemd. De Rector en de leeraren verdienen onzen dank voor de wijze waarop zij zich wijden aan de hun opgedragen taak. Het gedrag der leerlingen gaf geen reden tot klagen, uitgezonderd van twee, die zeer ernstig door ons berispt moesten worden. Deze beiden hebben echter, nadat zij niet geslaagd waren bij bet overgangs-examenhet Gymna sium verlaten. De lessen werden geregeld gegeven en gevolgd. Het onderwijs in de Gymnastiek werd tamelijk geregeld gevolgd door de leerlingen van de laagste drie klassen. Yan slechts enkele leerlingen van de beide hoogste klassen kan betzelfde getuigenis afgelegd worden. Bij den aanvang van den cursus in September j.l. werd de vijfde klasse volgens het nieuwe leerplan ingerigt. Daartoe was bet noodig te voorzien in een leeraar in de Natuur- en Scheikunde. Op onze voordragt werd in uwe vergadering van Juli j.l. dat onderwijs tijdelijk opgedragen aan den Heer Dr,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1880 | | pagina 40