aan A. J. van Gelder, tot oprigting van eene slagtplaats;
aan K. Weijltot oprigting eener slagerij
aan H. L. Ketjen en E. van Roekel Jr., tot oprigting
van een stoom-houtzaagmolen
aan J. P. Hasselo Zn., tot plaatsing van een stoomtuig
aan de Geldersche Stoomsleepreederij te Arnhem, tot
oprigting eener smederij.
Tentoonstellingen van fabrieknijverheid werden niet
gehouden.
b. Verveenitig bestaat in deze Gemeente niet.
c. Visscherij.
De opbrengst bij den afslag van aangevoerde zee- en
riviervisch bedroeg in 1880 10871,42.
III. Handel en scheepvaart.
a. Binnenlandsche handel.
In den toestand van dezen viel, wat deze Gemeente
aangaat, wel vooruitgang te bespeuren.
Kleinhandel en winkelnering verkeeren over het algemeen
in bloependen toestand.
b. Buitenlandsche handel.
De invoer van granen was aanzienlijk.
Even zoo de uitvoer van WijnenGedistilleerd, Papier
en Spek.
Tengevolge van de gedeeltelijke mislukking van den
aardappelenoogst, werden hier, evenals in 1879, eene
belangrijke hoeveelheid aardappelen uit Duitschland inge
voerd.
In den laatsten tijd werd eene groote hoeveelheid maïs
ingevoerd, hetwelk voor veevoeder wordt gebruikt.
c. Scheepvaart langs de rivierenkanalen en vaarten.
Het aantal den IJssel bevarende schepen, die te Zutphen
laadden en lostten (de beurtschepen daaronder begrepen),
is dit jaar eenigzins toegenomen.
In 1880 werden aan den IJssel gelost 1036, geladen 508 schepen.
1879 1032 469
1878 904 422
1877 978 451
1876 1009 461
Van het getal schepen die de Berkel bevaren, is moeijelijk
eene juiste opgaaf te doen, De vaart aldaar neemt gaande
weg af.
De voormalige beurtschepen zijn in de vaart gebleven,
hoewel zij tengevolge der wet van 23 April 1880 hun
karakter van gereglementeerde beurtschepen verloren
hebben.
d. Werven en scheepsbouw.
In deze Gemeente bestaat één scheepstimmerwerf, welke
in geen bloeijenden staat verkeert. Hoofdzakelijk strekt
ze tot herstelling van schepen.
HOOFDSTUK XIII.
Inrigtingenin Terband staande met de
uitoefening van Handel en andere
Bedrijven.
a. Middelen van vervoer te water.
In de bestaande stoombootdiensten is geene veranderino-
gekomen.
In verband met de wet van 23 April 1880 (Staatsblad
No. 67), betreffende de openbare middelen van vervoer,
waarbij o. m. vervallen is verklaard het Koninklijk Besluit
van den 21 Augustus 1818 (Staatsblad No. 33), houdende
62
63