18
van het Slijkbolwerk en Galgenbolwerk opgehoogd en
werden eenige gedeelten der hoofdgracht ten Zuiden der
Spittaalbrug, achter den Droogenabtstoren bij de Wal-
ntraat en bij den dam aan de Vischpoort gedempt.
Tengevolge van onderhandelingen met het Rijk werd
aan bovengenoemde terreinen voorloopig geene nadere
bestemming aangewezen.
Het afgraven van den wal tusschen de Vischpoort en
den IJssel werd aanbesteed, doch ongunstig weder belette
den aannemer op den gestelden tijd daarmede gereed te
zijnzoodat men daarmede thans nog bezig is.
Binnen weinige dagen zal begonnen worden met het
afgraven van het laatste gedeelte van den wal tusschen
de° Spittaalpoort en de Laarpoort en daarna met het ver
harden en beplanten van den Singel.
In verband met het in Uwe vergadering van den 5™ April
1880 goedgekeurde havenplan, werden de wallen ten Noor
den van den Spoorweg geheel weggegraven.
Met den afkomenden grond werd de voormalige hoofd
gracht buiten de Nieuwstad aangeplempt en opgehoogd.
Die ophooging is zoodanig geschied, dat de straatweg
volgens eene regelmatig gebogen lijn kan worden omgelegd,
en °er tusschen den omgelegden weg en het spoorweg
terrein een vrij aanzienlijke oppervlakte terrein beschikbaar
is gekomen tot verkoop als bouwterrein bestemd.
(Op 1 Maart 1881, en dus in een volgend verslag be-
hoorende, werd dit terrein in 17 perceelen, ter opper
vlakte van 4183 M3, voor de som van 23310,-- m
het openbaar verkocht).
De omgelegde weg werd op nieuw bestraat.
Gelijktijdig met de werken tot .ophooging en aanplem
ping aldaar werd een nieuwe groote ijzeren duiker, van
uit °de hoofdgracht gelegd in aansluiting met den reeds
bestaanden duiker door den Spoorweg.
19
Vanwege den Spoorweg werd een gemetselde put ge
bouwd bij de verbinding der duikers.
Verder is van uit eerstgenoemden duiker een riool
gelegd tot aanvoer van water naar de sloot langs en achter
de Manége.
De gemaakte werken voldoen op uitstekende wijze aan
de sedert lang bestaande behoefte tot aanvoer van versch
water naar den vijver in het Coenenspark en tot verver-
sching der sloot, terwijl tevens op voldoende wijze is
voorzien in den aanvoer van water voor de machinen
van den Spoorweg.
De voormalige vestinggrachten in het Coenenspark
werden schoongemaakt en uitgediept zoodat in verband
met den verbeterden aanvoer van water, het te voorzien
is dat het telkeu jare in den zomer voorkomende droog
leggen daarvan zal ophouden en deze grachten als water
partij in het Parkde wandelingen zeer zullen veraan
genamen.
De in het vorig jaar begonnen aanleg van den verbin
dingsweg tusschen den Warnsveldschen en den Baakschen
weg werd voortgezet. De weg werd opgehoogd, verhard
en gedeeltelijk beplant.
Tot afvoer van de achterliggende beek en vooral van
het inundatiewater werd een groote gemetselde duiker op
onderheide fundeering in den weg gebouwd.
Ten einde voor het oprigten der nieuwe mestbergplaats,
over het daarvoor bestemde terrein te kunnen beschikken,
werden met het Ministerie van Oorlog- onderhandelingen
gevoerd over het verplaatsen der schietbaan naar de
Marsch bij het fort »de Poll-" De uitslag daarvan is,
dat eene overeenkomst is gesloten waarbij voor geza
menlijke rekening van het Rijk en de Gemeente eene
nieuwe schietbaan op de Marsch zal worden aangelegd.
De aanbesteding daarvan is bereids geschied; ougun-
O O