slechts ééne soort, die eene grootere, voor de gezondheid
nadeelige hoeveelheid lood in het glazuur bevatte. De
verkooper dezer pannen heeft echter den geheelen voor
raad zijner voorhanden pannen aan zijn leverancier terug
gezonden nadat hij door de Commissie op de schadelijk
heid van het glazuur was opmerkzaam gemaakt. De
nieuwe door hem ontboden monsters lieten niets te wenschen
over. Al de overige onderzochte soorten bevatten of in
het geheel geen lood of zink, öf eene uiterst geringe,
onschadelijke hoeveelheid. De Commissie stelt zich voor
dit onderzoek verder voort te zetten.
Daar de toestand van het drinkwater uit de pomp aan
den Paarden wal nog steeds te wenschen overliet, heeft
de Commissie U geadviseerd te trachten daarin verbetering
aan te brengen en werden daartoe horingen verrigt op
het Schupstoel, die echter een ongunstig resultaat hebben
opgeleverd. Daar het echter voor de openbare gezond
heid zeer wenschelijk zoude zijn op sommige plaatsen in
onze Gemeente beter drinkwater te hebben, besloot de
Commissiein overleg met den Heer Gemeente-Architect,
ter gelegener tijd een algemeen onderzoek in te stellen
naar den toestand van het drinkwater op verschillende
plaatsen in de Gemeente, ten einde na te gaan, waar.de
bodem het meest geschikt zoude zijn voor den aanleg
van nieuwe pompen.
Met het oog op de voorgenomen slooping der vesting
werken en de plannen tot uitbreiding der stad, werd
besloten eene Commissie van twee leden te benoemen om
de genoemde plannen te onderzoeken met het oog op de
Openbare Gezondheid. Tot leden dezer Commissie werden
benoemd de Heeren B. Berkhout en G. L. Tjeenk Willink,
die omtrent hunne bevindingen rapport uitbrachten, van
welk rapport de Commissie de eer had een afschrift toe
te zenden aan Burgemeester en Wethouders.
Het personeel der Commissie onderging in het af«-e-
oopen jaar geen verandering. De aftredende Voorzitter,
Heer Dr. H. W. van Khijn, werd als zoodanig her
kozen en heeft zich die keuze laten welgevallen.
Zutphen, 12 Februari 1880.
Namens de Gezondheidscommissie
Dr. A. J. C. SNIJDERS,
Secretaris.