2 lingen, benevens de hoogste twee klassen zou behouden. Na de Paaschvacantie is deze regeling in werking getreden, en heeft tot nog toe geeue bezwaren opgeleverd. Den 12en Juli werd de heer A. J. Bouwjbns benoemd tot Leeraar aan de Hoogere Burger school te Nijmegen waar het traktement 250 meer bedraagt dan hier. Hij werd bij Raadsbesluit van 21 Juli eervol ontslagen tegen het einde van den cursusen vervangen door den heer A. A. Beekman, 1™ luitenant-ingenieurdie den 2™ September be noemd werd, en den 22en dier maand in functie trad. Het nadeeldat door het stilstaan der lessen in Wiskunde voor de leerlingen der klassen I6, II6 en III6 zou ontstaan, werd weggenomen, doordat de heer Boldebman zich bereid ver klaarde de leerlingen dier klassen met de zijnen te vereenigingen gedurende den tijd, dat de vacature zou duren. Als eene billijke vergoe ding voor de bewezen diensten werd hem het door de vacature vrijgevallen traktementop voorstel der Commissie uitbetaald. Eindelijk werd de heer J. G. Frederiks den 29en October benoemd tot Leeraar aan het Gymnasium te Amsterdamen verkreeg hij zijn eervol ontslag met het einde van het jaar. In zijne plaats werd door den Raad den 15en December be noemd de heer A. de Priester, bezitter van de acte voor Geschiedenis M. O. en Hoofd onderwijzer te Hesselingen, Gemeente Staphorst. Deze kon onmiddelijk na de Kerstvacantie den 6en Januari 1880, in functie treden en zoo heeft het onderwijs in de Geschiedenis door deze verwisseling geen stagnatie ondervonden. In het voorjaar deed de Amanuenus Kosters het verzoek tot den Raad om verhooging zijner jaarwedde, vooral op grond zijner meerdere werkzaamheden als onderwijzer in het timmeren enz., aan de leerlingen der Burger-Avondschool. Na ondersteuning van dit verzoek door de Commissie, besloot de Raad het traktement met 165 te verhoogen, en alzoo te brengen op 800. Een dergelijk verzoek om verhooging kwam bij den Gemeenteraad in van den heer Hoetink, maar ofschoon de Commissie ook op deze aan- vrage gunstig adviseerde, op grond van de verschillende vakken die deze Leeraar te onder wijzen heeft, en van zijne daaruit voortvloeiende meer dan gewone krachtsinspanningbesloot toch de Raad het verzoek niet aanstonds in te willigeuom niet een greep te doen in de in 18/6 vastgestelde regeling der traktementen. Dit Collegie wilde eerst uitgemaakt zien of de genoemde regeling in het algemeen herziening vereischt, en zoo ja, een gemotiveerd voorstel daarover afwachten. De Commissie van Toe zicht over deze kwestie gehoordheeft het bedoelde onderzoek ingesteld en zal hare ziens wijze spoedig aan het Dag. Bestuur kenbaar maken. De nieuwe regeling van het Gymnastisch onderwijs, waarvan in het vorige Verslag sprake was, is tot stand gekomen, en de Hulpleeraar, waaraan behoefte bestondis benoemd. Op de O O

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1879 | | pagina 50