Nu het geheel ongeordende beschreven is, heeft de
Archivaris de aan pakken bijeengebondenedoch nog
niet afzonderlijk beschrevene stukken, veelal rentebrieven,
en dergelijke, beginnen te beschrijven en gaat hij daar
mede voort.
Het Archief werd verrijkt:
door het ontbrekende reeks van den Geklerschen Land
dag van 1688, door bemiddeling van den heer Mr. L. E.
Letting van den eerwaarden heer J. 0. W. Quack te
Ravenstein ten geschenke ontvangen;
door comptabele stukken van wijlen Mr. M. J. van
Löben Sels, als rentmeester der kloosters Ysendoorn en
Heer Hendrikshuis, benevens eenige andere stukken: ge
schenk van de Erven van wijlen Mr. D. J. E. van
Löben Sels
door een partij reglementen en publicatiën op Zutphen
en de Graafschap betrekking hebbende: geschenk van
luitenant Wagner alhier.
Het Museum van Oudheden, Munten en Penningen
erlangt langzamerhand meer uitbreiding. Men houdt zich
bezig met het inventariseeren om daarvan een volledigen
catalogus te kunnen samenstellen.
Vooral de verzameling Gedenkpenningen en Munten
ging vooruit. De ontmanteling der Stad gaf tot nu toe
echter niet veel bijzonders.
Tot het bergen worden onder de tafel in de Archief-
kamer laden aangebracht, die voorloopig goed voldoen.
Het is jammer, dat deze Stedelijke instelling niet de
algemeene verzamelplaats wordt van alle voorwerpen uit
de oudheid, op de Stad en Graafschap betrekking hebbende.
Zijn wij wel onderricht, dan zijn hier en daar onder de
ingezetenen vrij belangrijke verzamelingen aanwezig. Vreest
men die af te staan, niets belet, dat zij in het Archief
gedeponeerd worden en het eigendom blijven van de be
zitters het Museum zou ze dan slechts in bruikleen
ontvangen. Ik roep hiervoor Uw aller medewerking in.
De aanwinsten bestonden in:
1. Diverse vreemde en oude Nederlandsche munten en
penningengeschenken en diversen.
2. Een honderdtal historie-penningenzijnde leg- en
strooi-penningen en noodmunten van 1555—1715:
geschenk van uw medelid Dr. S. A. v. d. Chijs.
3. Diverse gedenkpenningen: geschenk van den heer
J. J. Reiche, gepensioneerd majoor alhier.
4. Bronzen gedenkpenning ter eere van wijlen E. W.
van Dam van Isselt, overleden 1860: geschenk van
den heer H. Evekink alhier.
Door aankoop werden verkregen
5. 95 stuks oude en vreemde munten.
6. Denier van Otto II, Graaf van Gelre en Zutphen
1229-1271, 2 stuks;
7Groot van Willem IHertog van Gelre en Graaf van
Zutphen, 1377—1398;
8. Dubbele groot met de twee helmen van denzelfden;
9. Dubbele stuiver van Karei, Hertog van Gelre en
Graaf van Zutphen, 1496;
10. Halve stuiver van idem;
11. Stuivertje (Hollandia) 1764;
12. Tweestuiverstuk van Zeeland, 1696;
13. Zutpliensche stuivers, 1605 en 1657;
14. Zutphensch tienstuiverstuk, 1691;
15. Koperen munt van Osnabrück, 1667;
16. Achtschellingstuk van Lubeck, 1727;
17. Frea solidi stuk van Paus Pius IX, 1868;
18. Tweeschellingsstuk van Denemarken, 1842;
19. Arnhemsche schelling van 1691.
Werken, de penningkunde betreffende, werden aan
gekocht