6
onder tot 30%)bedroeg bet aantal vervalschte soorten
bij het tweede twaalftal slechts 4 en bij de laatste 8
onderzoekingen slechts 2. Tevens moet opgemerkt worden
dat bij het tweede onderzoek der melk van denzelfden
leverancier een veel gunstiger resultaat werd verkregen
dan de eerste keer, terwijl tevens van verschillende zijden
werd vernomen dat de deugdzaamheid der melk in het
alo-emeen sedert het begin van het onderzoek reeds be-
langrijk is verbeterd. Voor een groot deel moet dit
ongetwijfeld worden toegeschreven aan de publiciteit door
UEd. Achtb. aan de resultaten van het onderzoek gegeven.
Overtuigd van het belang om voortdurend de aandacht
op deze zaak gevestigd te houden, hoopt de Commissie
hare onderzoekingen voort te zetten en daarbij zoowel
melk te onderzoeken van leveranciers van welke nog geen
monsters onderzocht zijn, als van leveranciers wier melk
reeds onderzocht is.
De Commissie besloot verder nog een onderzoek in te
stellen naar het glazuur van ijzeren en aarden pannen.
Dit glazuur is somtijds, vooral bij pannen van mindere
cpialiteit, loodhoudend en wordt dikwijls door, zuren b.v.
door azijn, gedeeltelijk opgelost, waardoor tot langzame
loodvergiftiging kan worden aanleiding gegeven. Een
scheikundig onderzoek van het glazuur van pannen uit
verschillende magazijnen werd daarom door de leden der
Commissie, de HH. Snijders en Tjeenk Willink op zich
genomen. Ter gelegener tijd zal dit onderzoekdat reeds
begonnen is, worden voortgezet en aan UEd. Achtb.
daaromtrent rapport worden uitgebracht.
In het personeel der Commissie hadden in het afge-
loopen jaar geen veranderingen plaats. Uit de voordracht
door de Commissie aan UEd. Achtb. ingezonden ter
vervanging van drie ledendie volgens den bestaanden
rooster met 1° Februarij 1878 moesten aftreden, werden
7
door den Gemeenteraad herbenoemd de drie aftredende
leden, de HH. Dr. H. W. van Rhijn, Dr. A. J. C.
Snijders en B. Peteui.
Eindelijk heeft de Commissie de eer te berichtendat
de aftredende Voorzitter de heer H. W. van Rhijn en
de aftredende Secretaris de heer A. J. C. Snijders beiden
bij vernieuwing als zoodanig zijn benoemd en zich die
benoeming hebben laten welgevallen.
Zutphen 5 Februari 1879.
Namens de Gezondheidscommissie
A. J. C. SNIJDERS,
Secretaris.
t
o O